Deze module duurt volgens het landelijk opleidingsplan cardiologie in totaal zes maanden en kan in de praktijk verdeeld worden over doorgaans maximaal twee ziekenhuizen. Binnen het Reinier de Graaf Ziekenhuis wordt een verpleegafdelingstage van 3 maanden aangeboden. De AIOS werkt tijdens deze stage op de verpleegafdeling cardiologie en houdt zich bezig met de zorg en behandeling van de klinisch opgenomen patiënten.
Hierbij is de samenwerking met de verpleegkundigen, collega-specialisten en de andere bij de zorg betrokken professionals van groot belang. Hierbij wordt de basale klinische cardiologie aangeleerd. Verdere verdieping van deze kennis zal worden opgedaan in de A-opleidingskliniek.
Stage RDGG
Duur: 3 maanden
Stagehouder: Dr. S.H.J. (Stefan) Monnink
Totaal beslaat deze module volgens het landelijk opleidingsplan 6 maanden. Deze periode kan door de AIOS na goedkeuring door de A-opleider gedurende de eerste 3 van de 6 maanden deels in het RDGG gevolgd worden. Doel van de stage is het verwerven van basale algemene en specifieke competenties voor het functioneren als cardioloog op een verpleegafdeling (niveau 3 na 3 maanden: De AIOS voert een bepaalde activiteit uit met indirecte, reactieve supervisie, i.e. de supervisie is indien nodig gemakkelijk beschikbaar).
De afdeling omvat 31 bedden met 18x telemetrie. De afdeling wordt beheerd door 2 arts assistenten. Elke ochtend is er een supervisor ingedeeld en aanwezig op de afdeling.
Tijdens de stageperiode zal ook de behandeling van niet-acute cardiale pathologie, zoals cardiomyopathieën, klepaandoeningen, endocarditis, aangeboren hartafwijkingen, en ritme- en geleidingsstoornissen worden aangeleerd.
Supervisoren van de afdeling zijn alle leden van de opleidingsgroep.
Het medisch handelen op de verpleegafdeling cardiologie bestaande uit diagnosticeren, behandelen en begeleiden van patiënten met een cardiale aandoening.
Verwacht bekwaamheidsniveau:
Start stage: niveau 1
Halverwege stage: niveau 2
Einde stage: minimaal 3
Einde opleiding: niveau 5
Maandag |
08.00 - 08.30 09.00 - 12.00 12.30 - 13.15 13.15 - 16.00 16.00 - 17.00 17.00 - 17.30 |
Generaal rapport Grote visite Pauze Administratie / Afdeling nabespreken met supervisor Avond overdracht |
Dinsdag |
08.00 - 08.30 08.30 - 09.00 09.00 - 12.00 12.00 - 12.30 12.30 - 13.15 13.15 - 16.00 16.00 - 17.00 17.00 - 17.30 |
Generaal rapport Onderwijs referaat Visite AIOS MDO hartfalen Pauze Administratie / Afdeling nabespreken met supervisor Avond overdracht |
Woensdag |
08.00 - 08.30 08.30 - 09.00 09.00 - 12.00 12.30 - 13.15 13.15 - 16.00 16.00 - 17.00 17.00 - 17.30 |
Generaal rapport Onderwijs beelvorming Grote visite Pauze Administratie / Afdeling nabespreken met supervisor Avond overdracht |
Donderdag |
08.00 - 08.30 08.30 - 09.00 09.00 - 12.00 12.00 - 12.30 12.30 - 13.15 13.15 - 16.00 16.00 - 17.00 17.00 - 17.30 |
Generaal rapport Onderwijs CAG Visite AIOS ECG onderwijs Pauze Administratie / Afdeling nabespreken met supervisor Avond overdracht |
Vrijdag |
08.00 - 08.30 09.00 - 12.00 12.00 - 12.30 12.30 - 13.15 13.15 - 16.00 16.00 - 17.00 17.00 - 17.30 |
Generaal rapport Grote visite Ritme bespreking Pauze Administratie / Afdeling nabespreken met supervisor Avond overdracht |
Periodieke onderwijsmomenten / besprekingen:
De AIOS dient zich minimaal de volgende competenties eigen te maken:
1. Ten aanzien van medisch handelen:
a) De AIOS kent de pathofysiologie van niet-acute cardiale ziektebeelden, waaronder (maar niet limitatief) de niet acute vormen van coronarialijden, kleplijden, endocarditis, (pulmonale) hypertensie, chronisch (ischemisch) hartfalen, supraventriculaire ritmestoornissen, ventriculaire ritmestoornissen, primaire myocardziekten, pericardziekten, harttumoren en de meest voorkomende aangeboren hartafwijking.
b) De AIOS kan een adequate anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek uitvoeren.
c) De AIOS is in staat de verkregen gegevens te interpreteren en te presenteren, zowel mondeling als schriftelijk.
d) De AIOS kan efficiënt en doelmatig aanvullend diagnostisch onderzoek aanvragen en aangeven wat de risico’s van de diverse diagnostische onderzoeken zijn.
e) De AIOS kan van de diverse onderzoeken aangeven wat de diagnostische, therapeutische en prognostische informatie is die kan worden verkregen en kan dit toepassen op de individuele patiënt.
f) De AIOS is in staat een inspanningstest naar behoren uit te voeren, te interpreteren en de conclusie te integreren in de diagnostiek en behandeling van de patiënt.
g) De AIOS kan op grond van de verkregen gegevens een adequaat behandelplan opstellen en kan van de gekozen behandeling aangeven in hoeverre die behandeling genezend werkt, symptoom verlichting geeft en/of de prognose zal verbeteren.
h) De AIOS kent de indicaties, werking en bijwerkingen van de medicamenten die door hem worden toegepast bij de behandeling van patiënten met niet acute cardiale ziektebeelden, waaronder de niet-acute vormen van coronarialijden, kleplijden, chronisch hartfalen, supraventriculaire en ventriculaire ritmestoornissen.
i) De AIOS kent de mogelijkheden van hartrevalidatie en andere vormen van poliklinische en extramurale follow-up en begeleiding van patiënten met een cardiale aandoening.
2. Ten aanzien van communicatie:
a) de AIOS toont respect voor en een adequate betrokkenheid bij de patiënt.
b) De AIOS maakt zich gesprekstechnieken eigen om aan de patiënt en zijn familie op begrijpelijke wijze de vermoede diagnose uit te leggen en aan te geven wat het aanvullende onderzoek inhoudt (inclusief de eventueel de daaraan verbonden risico’s), wat de behandelopties zijn (met inbegrip van de daaraan verbonden risico’s) en wat de prognose van de aandoening is. Bovendien kan de AIOS tijdens de opname aan de patiënt en diens familie een begrijpelijk en betrouwbaar overzicht bieden van de klinische gebeurtenissen tot aan dat moment.
c) De AIOS kan ten aanzien van de medische gegevens adequaat zowel schriftelijk als mondeling rapporteren aan andere “health care professionals”, met inbegrip van een gedegen verslaglegging in de medische status.
d) De AIOS is in staat de ziektegeschiedenis van de patiënt kort en bondig schriftelijk samen te vatten ten behoeve van de overdracht van de zorg naar andere “health care professionals”.
3. Ten aanzien van samenwerking:
a) De AIOS is in staat een goede relatie te onderhouden met andere personen die bij de patiënt betrokken zijn, de diverse taken onderling goed te communiceren en adequate instructies te verschaffen aan ondersteunend personeel.
b) De AIOS is op de hoogte van op de afdeling voor (para)medisch personeel bestaande protocollen en voorschriften.
4. Ten aanzien van kennis en wetenschap:
a) de AIOS geeft blijk van het kritisch beschouwen van de medische informatie rondom een casus.
b) de AIOS kan aangeven welke discussiepunten er momenteel in de literatuur spelen rondom niet-acute cardiale ziektebeelden, inclusief discussies met betrekking tot invasief ingrijpen bij coronaire syndromen (inclusief de indicaties voor interventies), hartklepchirurgie, ritmestoornissen en elektrofysiologisch onderzoek, ICD implantatie, hartfalen en resynchronisatietherapie.
5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen:
a) De AIOS is bekend met de epidemiologie van de chronische cardiale aandoeningen, waaronder coronarialijden, kleplijden, hartritmestoornissen en hartfalen.
b) De AIOS toont aan op de hoogte te zijn van - en nagedacht te hebben over - ethische kwesties die de patiëntengroep met chronische, niet-behandelbare cardiale aandoeningen betreffen (bijvoorbeeld aangaande het reanimatiebeleid).
6. Ten aanzien van organisatie:
a) De AIOS overziet het patiëntenaanbod en -bestand op de verpleegafdeling en kan de logistiek met betrekking tot een efficiënte bezetting van de bedden organiseren.
b) De AIOS voorziet in een effectief ontslagbeleid en is in staat dit te onderbouwen voor andere “health care professionals”.
c) De AIOS weet adequaat prioriteiten te stellen en tijdig hulp in te roepen indien geconfronteerd met onoverkomelijke en/of meerdere, gelijktijdig optredende klinische problemen.
d) De AIOS is punctueel met betrekking tot afspraken, onder andere betreffende gesprekken met patiënt en familie.
7. Ten aanzien van professionaliteit:
a) De AIOS toont adequaat professioneel gedrag.
b) De AIOS kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen.
Wijze van toetsen:
Getoetst wordt op:
In het portfolio wordt bijgehouden hoeveel patiënten met specifieke aandoeningen zijn gezien, welke complicaties zijn waargenomen bij de diverse ziektebeelden en het aantal door de AIOS verrichte handelingen zoals het plaatsen van lijnen. De casus die bij het ochtendrapport zelfstandig naar voren werden gebracht worden als zodanig gemerkt. In het portfolio worden tevens de overige zelfstandig gevoerde patiëntenbesprekingen, referaten, ontslagbrieven en KPB’s opgenomen. Bovendien reflecteert de AIOS in het portfolio met enige regelmaat zijn/haar eigen functioneren en competenties.