Opleiding Cardiologie Regio West

Stage CCU / EHH

Totaal beslaat deze module volgens het landelijk opleidingsplan 6 maanden. Deze periode kan door de AIOS na goedkeuring door de A-opleider gedurende de eerste 3 maanden in het RDGG gevolgd worden.

Stage RDGG
Duur: 3 maanden
Stagehouder: Dr. H.C. (Dieke) Hoftijzer

Inhoud van de stage

Doel van de stage Coronary Care Unit/ Eerste Hart Hulp (CCU/EHH) is het verwerven van basale algemene en specifieke competenties voor het functioneren als cardioloog op een CCU/EHH (minimaal niveau 3 na 3 maanden: De AIOS voert een bepaalde activiteit uit met indirecte, reactieve supervisie, i.e. de supervisie is indien nodig gemakkelijk beschikbaar). Tijdens de stageperiode van 3 aaneengesloten maanden zal naast de opvang en behandeling van acute cardiale aandoeningen zoals het acuut coronair syndroom en acuut hartfalen, ook aandacht worden geschonken aan het verwerven van vaardigheden nodig voor het inbrengen van tijdelijke pacemakers, centraal veneuze lijnen en arteriële lijnen. Binnen deze stage is ruimschoots de gelegenheid om nieuwe patiënten op de EHH te beoordelen.

EPA

Het medisch handelen op de CCU/EHH bestaande uit diagnosticeren, behandelen en begeleiden van patiënten met een acute cardiale aandoening.

Verwacht bekwaamheidsniveau:
Start stage: niveau 1
Halverwege stage: niveau 2
Einde stage: minimaal 3
Einde opleiding: niveau 5

Weekprogramma

Maandag

08.00 - 08.30

09.00 - 12.00

12.30 - 13.15

13.15 - 16.00

16.00 - 17.00

17.00 - 17.30

Generaal rapport

CCU visite met supervisor
ECV/EHH

Pauze

Uitwerken visite / administratie 
Pat. Fam. gesprekken

Opnames / EHH

Korte visite CCU met supervisor

Dinsdag

08.00 - 08.30

08.30 - 09.00

09.00 - 12.00

12.00 - 12.30

12.30 - 13.15

13.15 - 16.00

16.00 - 17.00

17.00 - 17.30

Generaal rapport

Onderwijsreferaat

CCU visite met supervisor
ECV / EHH

MDO hartfalen

Pauze

Uitwerken visite / administratie
Pat. Fam. gesprekken

Opnames / EHH / Hartteam

Korte visite CCU met supervisor

Woensdag

08.00 - 08.30

08.30 - 09.00

09.00 - 12.00

12.30 - 13.15

13.15 - 16.00

16.00 - 17.00

17.00 - 17.30

Generaal rapport

Onderwijs beeldvorming

CCU visite met supervisor
ECV / EHH

Pauze

Uitwerken visite / administratie
Pat. Fam. gesprekken

Opnames / EHH

Korte visite CCU met supervisor

 Donderdag

08.00 - 08.30

08.30 - 09.00

09.00 - 12.00

12.00 - 12.30

12.30 - 13.15

13.15 - 16.00

16.00 - 17.00

17.00 - 17.30

Generaal rapport

Onderwijs CAG

CCU visite met supervisor
ECV / EHH

ECG onderwijs

Pauze

Uitwerken visite / administratie
Pat. Fam. gesprekken

Opnames / EHH / Hartteam

Korte visite CCU met supervisor

Vrijdag

08.00 - 08.30

09.00 - 12.00

12.00 - 12.30

12.30 - 13.15

13.15 - 16.00

16.00 - 17.00

17.00 - 17.30

Generaal rapport

CCU visite met supervisor
ECV / EHH

Ritmebespreking

Pauze

Uitwerken visite /administratie
Pat. Fam. gesprekken

Opnames / EHH

Korte visite CCU met supervisor

 

Leerdoelen

De AIOS dient zich minimaal de volgende competenties eigen te maken: 

1. Ten aanzien van medisch handelen:

a) De AIOS kan een adequate anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek uitvoeren bij de patiënt met een (potentieel) acute cardiale aandoening of een acute aandoening van de grote vaten (dissectie type A/B), longembolie. De AIOS is in staat de verkregen gegevens georganiseerd te interpreteren en te presenteren, zowel mondeling als schriftelijk. Onder de acute cardiale aandoeningen worden begrepen (maar niet limitatief) de acute coronaire syndromen, het acute hartfalen en (nieuw opgetreden) hartritmestoornissen.

b) De AIOS doorziet prioriteiten in de aandacht voor patiënten op de CCU / EHH.

c) De AIOS kent de indicaties voor opname op CCU, observatie Unit, en verpleegafdeling, al of niet met telemetrie bewaking.      

d) De AIOS is in staat de ECG-presentaties van acute cardiale aandoeningen te beschrijven en te herkennen.

e) De AIOS toont bekendheid met de belangrijkste trials op het gebied van acute coronaire syndromen en de relevantie van die trials in de dagelijkse praktijk.      

f) De AIOS is bekend met de diagnostiek, risicostratificatie en behandelopties bij het acute coronaire syndroom (inclusief reperfusie strategieën en ondersteunende therapieën met zuurstof, nitraten, antistolling, plaatjesremmers, beta-blokkers, ACE-remmers, statines etc.) en past deze adequaat toe.

g) De AIOS toont aan bekend te zijn met de indicaties, contra-indicaties, toedieningsvorm en dosering van farmacologische behandelingen van acute coronaire syndromen (inclusief fibrinolytica, aspirine, clopidogrel, GP 2B/3A receptor blokkers, heparine en LMWH).

h) De AIOS is bekend met de indicaties, contra-indicaties, risico’s en mogelijke voordelen van hemodynamische monitoring van de acuut zieke cardiale patiënt.

i) De AIOS is bekend met de mogelijke complicaties van acute cardiale aandoeningen, weet deze te herkennen en nader te evalueren, en kan deze behandelen.  

j) De AIOS is in staat onder supervisie  een Swan-Ganz katheter in te brengen alsmede centraal veneuze- en arteriële lijnen, kan de met deze methodieken verkregen gegevens adequaat interpreteren en inpassen in het behandelplan, en kan basale technische problemen met deze technieken oplossen.

k) De AIOS toont aan bedreven te zijn in de beoordeling en behandeling van patiënten met acuut- en/of ernstig hartfalen, inclusief de toepassing van vaatverwijders en inotrope middelen. 

l) De AIOS kent de indicaties voor het inbrengen van een tijdelijke (uitwendige) pacemaker en is in staat de procedure onder supervisie  uit te voeren.

m) De AIOS kent de initiële behandeling van zowel supraventriculaire als (sustained) ventriculaire tachycardieën en kan deze zelfstandig uitvoeren.  

n) De AIOS is aantoonbaar bedreven in het toepassen van Advanced Cardiac Life Support (ALS).

o) De AIOS is in staat om cardioversies en defibrillaties adequaat uit te voeren. 

2. Ten aanzien van communicatie:

a) De AIOS toont respect voor en een adequate betrokkenheid bij de patiënt.

b) De AIOS maakt zich gesprekstechnieken eigen om aan de patiënt en diens familie op begrijpelijke wijze de (werk)diagnose uit te leggen en aan te geven wat het aanvullende onderzoek inhoudt (inclusief de eventueel daaraan verbonden risico’s), welke behandelopties mogelijk zijn en wat de prognose van de aandoening is. Bovendien kan de AIOS tijdens de opname aan de patiënt en diens familie een begrijpelijk en betrouwbaar overzicht bieden van de klinische gebeurtenissen tot aan dat moment.     

c) De AIOS kan ten aanzien van de medische gegevens adequaat zowel schriftelijk als mondeling rapporteren aan andere “health care professionals”, met inbegrip van een gedegen verslaglegging in de medische status.

3. Ten aanzien van samenwerking:

a) De AIOS is in staat een goede relatie te onderhouden met andere medewerkers die bij de patiënt betrokken zijn, de diverse taken onderling goed te communiceren, en adequate instructies te verschaffen aan ondersteunend personeel.

b) De AIOS is op de hoogte van op de afdeling voor (para-)medisch personeel bestaande protocollen en voorschriften.

4. Ten aanzien van kennis en wetenschap:

a) De AIOS geeft blijk van het kritisch beschouwen van de medische informatie rondom een casus.

b) De AIOS kan aangeven welke discussiepunten er momenteel in de literatuur spelen rondom de acute coronaire syndromen (inclusief de indicaties voor interventies), ritmestoornissen en hartfalen.

5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen:

a) De AIOS is bekend met de epidemiologie van acute coronaire syndromen en andere acute cardiale aandoeningen.

b) De AIOS toont aan op de hoogte te zijn met -en nagedacht te hebben over- ethische kwesties die de patiëntengroep met acute cardiale aandoeningen betreffen (bijvoorbeeld aangaande het reanimatiebeleid).

6. Ten aanzien van organisatie:

a) De AIOS overziet het patiëntenaanbod en -bestand op de CCU en EHH en kan de logistiek in het belang van een efficiënte bezetting van de bedden organiseren.

7. Ten aanzien van professionaliteit:

a) De AIOS toont adequaat professioneel gedrag.            

b) De AIOS kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen.    

Toetsinstrumenten

Wijze van toetsen:

  1. Directe beoordeling door de superviserende cardioloog, o.a. met behulp van KPB’s (minimaal 3x) en OSATS (inbrengen  centraal veneuze en arteriële lijn).
  2. Beoordeling van statusvoering en ontslagbrieven, aangevuld met specifieke bespreking hiervan, door een van de opleiders.
  3. Beoordeling door de opleiders van patiëntbesprekingen tijdens het ochtendrapport en tijdens specifiek daartoe gereserveerde onderwijsmomenten.
  4. Beoordeling door de opleiders van referaten.   
  5. Verslagen van verpleging en patiënten aangaande het functioneren van de AIOS, gevraagd of ongevraagd uitgebracht aan de opleiders
  6. Introductie-, voortgangs-, en eindgesprek vinden plaats volgens de toetsmatrix (zie paragraaf 2.6)

Getoetst wordt op:

  1. Organisatie werkzaamheden en prioriteitenstelling, werktempo en attitude.
  2. Omgang met patiënt en zijn familie, de verpleegkundigen, zijn collegae en consulenten.
  3. Kennis en inzicht van ziektebeelden inclusief, het elektrocardiogram: infarct herkenning, ritme en geleidingstoornissen.
  4. Voorstellen voor de behandeling van de patiënten (inclusief farmacologische kennis van de door de AIOS voorgestelde medicamenten ter behandeling)

Praktische vaardigheden:

  1. Basic en advanced life support (aansluiten van volgende punten)
  2. Het plaatsen van een lange lijn ten behoeve van medicamententoediening
  3. Het plaatsen van een tijdelijke pacemaker
  4. Het plaatsen van arteriële lijn
  5. Het plaatsen van een Swan-Ganz katheter ten behoeve van hemodynamische bewaking

Presentaties van patiënten op het ochtendrapport en in de hartteambespreking.

Portfolio

In het portfolio wordt bijgehouden hoeveel patiënten met specifieke aandoeningen zijn gezien, welke complicaties zijn waargenomen bij de diverse ziektebeelden en het aantal door de AIOS verrichte handelingen zoals het plaatsen van lijnen, tijdelijke pacemaker, etc. De casus die bij het ochtendrapport zelfstandig naar voren werden gebracht, worden als zodanig gemerkt. In het portfolio worden tevens de overige zelfstandig gevoerde patiëntenbesprekingen, referaten, ontslagbrieven en KPB’s opgenomen. Bovendien reflecteert de AIOS in het portfolio met enige regelmaat op zijn/haar eigen functioneren en competenties.

Aanbevolen literatuur

  • ESC Textbook of Cardiovascular Medicine (3e editie), Camm, Luscher en Serruys. 
  • Braunwald
  • Medische richtlijnen (NVVC, ESC, ACC)