Opleiding Cardiologie Regio West

Verdiepingsstage niet invasieve beeldvorming

Stage LUMC
Duur: 12 maanden. In het verdiepingsjaar kan de AIOS zich voor 50% verdiepen in niet-invasieve cardiale beeldvorming zoals echocardiografie, nucleaire technieken, CT en cardiale MRI. Niet-invasieve beeldvorming is een van de speerpunten van de afdeling Hartziekten van het LUMC met een vele procedures en een grote wetenschappelijke productie. Om  deze reden isverdieping in de niet-invasieve beeldvorming in hetLUMC een goede keuze. In overleg met de opleiders en afhankelijk van de interesse van de AIOS kan een verdiepingsprogramma worden samengesteld.

Supervisoren: Dr. E. Holman (echocardiografie), dr. A.J.H.A. Scholte (Nucleaire cardiologie en CT) en dr. H.J. Siebelink (cardiale MRI).

Echocardiografie

Voor verdieping op gebied van echocardiografie bestaan de volgende mogelijkheden:

  • Theoretische kennis opdoen van de fysische eigenschappen en biologische effecten van ultrageluid, onderdelen van een echo apparaat, van het proces van beeldvorming met ultrageluid.
  • Kennis verwerven van de instellingen en controles van echomachines en uitwerkstations inclusief post-processing.
  • Zich de 2D en 3D acquisities eigen maken en inzicht verwerven in de principes van Doppler echocardiografie en de toepassingen hiervan (pulsed wave, continuous wave, kleur, tissue Doppler en strain).
  • Voldoende kennis opbouwen van stress echocardiografie, slokdarm echocardiografie, contrast echocardiografie, en zo mogelijk intracardiale echografie, begeleiding van interventies op katheterisatie kamer en operatiekamers.
  • Verschillende onderdelen op juiste wijze kunnen toepassen met een correcte interpretatie toegespitst op klinische relevantie.
  • Een effectieve rapportage van de echocardiografische bevindingen en een zorgvuldige en heldere communicatie van relevante bevindingen aan medeberoepsbeoefenaren in de gezondheidszorg en aan de patiënt verrichten.
  • De AOIS maakt zelfstandig de interpretatie en conclusie, maar gedurende de opleiding nog onder supervisie.
  • Het bijwonen van MDO’s (hart-, klepteam en GUCH (Grown Ups with Congenital Heart defects) besprekingen. Voor klep- en hartteam geldt dat de AIOS in zijn/haar verdiepingsjaar onder supervisie voorzitter is.

Eisen verdiepingsjaar echocardiografie

Zie ook SOP echocardiografie van de NVVC.

  • Tijdens het verdiepingsjaar leert de AIOS zelfstandig handelen , supervisie geven over en onderwijst over enkele facetten van de echocardiografie (bv stress, contrast, diastology), gedurende de opleiding tot algemeen cardioloog onder supervisie.
  • Het minimale aantal transthoracale en transoesophageale echocardiografische onderzoeken voor het vereiste niveau 2 aan einde van het verdiepingsjaar staan vermeld in onderstaande tabel. Een volwaardige case mix is natuurlijk van essentieel belang. Ook leert de AOIS het verrichten van stressecho’s.
  • Tijdens de opleiding dient actief en onder supervisie te worden deelgenomen aan hartteambesprekingen (bijvoorbeeld klepinterventies en hartfalen). De AOIS treedt onder supervisie op als voorzitter.
  • Het theoretische gedeelte van het ESC/EACVI (EAE) accreditatie examen voor TTE en TEE kan worden afgelegd (obligaat voor voor niveau 3).
  • De (meeste) EPA’s zullen in eerdere stages verworven zijn, zie aldaar.

Nuclaire technieken

Voor verdieping op gebied van Nucleaire technieken bestaan de volgende mogelijkheden:

  • Zelfstandig beoordelen en verslaan van myocardperfusie scintigrafie onderzoeken onder supervisie van nucleaire geneeskundige en cardioloog.
  • Het voorzitten van de multidisciplinaire overleg op maandag middag tussen nucleaire geneeskundige en cardioloog.
  • In samenwerking met de afdeling nucleaire geneeskunde zal er myocardperfusie onderzoeken plaatsvinden met de tracer Rubidium in een PET scanner. Deze onderzoeken kunnen bijgewoond worden en evenals de SPECT perfusie onderzoeken zelfstandig worden beoordeeld.
  • Daarnaast is er de mogelijkheid om kennis op te doen van de rol van nucleaire technieken bij het ziektebeeld endocarditis, en infiltratieve cardiomyopathieen zoals sarcoidose en amyloidose. Deze onderzoeken zullen in een multidisciplinair overleg worden besproken.
  • In de nabije toekomst zal er in een onderzoekzetting PET myocardperfusie plaatsvinden in het LUMC met Flurpriridaz, een relatief nieuwe tracer. De kandidaat kan hier actief in participeren.
  • Verdieping kan uiteindelijk leiden tot het doen van het nucleaire cardiologie examen van de ASNC of EAVCI/ EANM.

Cardiale CT

Voor verdieping op gebied van cardiale CT bestaan de volgende mogelijkheden:

  • Zelfstandig uitwerken en verslaan van de CT coronair angiografie onderzoeken.
  • Voorzitten van de CT coronair angiografie bespreking met de imaging fellows.
  • Verdiepen, uitwerken en verslaan van CT myocard perfusie onderzoeken.
  • Uitwerken van CT hart onderzoeken voorafgaand aan diverse percutane interventies zoals; Longvenen isolatie procedure, TAVI, Mitraclip en hartoorsluiting.
  • Verdieping kan uiteindelijk leiden tot het doen van het cardiale CT examen van de EAVCI.

Cardiale MRI en thoracale MR

Doel van de stage is uitbreiding en verdieping van de basisvaardigheden opgedaan in de module niet cardiale beeldvorming. Voor de verdieping op cardiale MRI kan worden samengewerkt met de B-opleidingen cardiologie van het Alrijne Ziekenhuis en het Haaglanden Medisch Centrum. De verdiepingsmodule cardiale MRI kan opleiden tot EACVI certificering level 2 (zie website EACVI). Begeleiding vindt plaats door cardiologen en
radiologen.

Te behalen competenties medisch handelen cardiale MRI

De competenties kunnen met EPA en/of KPB worden getoetst:

  • Principes van MRI.
  • Kennis van indicatiestelling en identificatie van geschikte kandidaten en de voorbereiding.
  • Kennis over de uitvoering en optimalisatie van het MRI onderzoek voor verschillende indicaties en onder wisselende omstandigheden.
  • Kennis van de mogelijkheden en inherente beperkingen/artefacten van de MRI sequenties en protocollen.
  • Mede-Interpretatie van MRI beelden en rapportage van bevindingen.
  • Mede-vertaling van de MRI resultaten naar het klinisch beleid.
  • Vaardigheden op gebied van MRI post-processing.
  • Kennis over complicaties, veiligheidsaspecten van MRI contrastmiddelen, devices en farmacologische stress.
  • Het volgen van cursorisch onderwijs op gebied van MRI (diverse MRI cursus en/of EuroCMR congres) en het bijwonen van multidisciplinaire besprekingen.