Opleiding Cardiologie Regio West

Verdiepingsstage devices en elektrofysiologie

Stage LUMC
Duur: 12 maanden, waarvan 50% van de tijd aan de verdieping besteed wordt
Supervisoren: Dr. L. van Erven (devices) en Dr. S.A.I.P. Trines (elektrofysiologie)

Inhoud van de stage

Klinische elektrofysiologie en device therapie zijn speerpunten van de afdeling Cardiologie van het LUMC. Jaarlijks worden meer dan 800 katheterablatie procedures uitgevoerd en meer dan 600 device procedures. De afdeling heeft de beschikking over uitgebreide 3-D mapping technieken met multi-elektrode mapping en image integratie. Er wordt veel wetenschappelijk onderzoek verricht. Op het gebied van de invasieve behandeling van kamerritmestoornissen, van patiënten met ritmestoornissen bij aangeboren hartafwijkingen en van ritmestoornissen bij kinderen is het LUMC tertiair
verwijzingscentrum. Er is een uitgebreid deviceprogramma inclusief complexe extracties, subcutane ICD’s en pediatrische device procedures. 

Het is vanzelfsprekend dat de keuze voor het verdiepingsgebied mede afhangt van de technische vaardigheden van de AIOS. Belangrijk is ook dat de AIOS en de opleider realiseren dat als de AIOS niet in aanmerking komt voor een fellowship elektrofysiologie het verdiepingsjaar zodanig wordt ingevuld dat de AIOS wordt opgeleid tot een algemeen cardioloog met als aandachtsgebied devices en ritmestoornissen. 

De inrichting van het aandachtsgebied Elektrofysiologie in het LUMC sluit aan bij de landelijke opleidingseisen Klinische Elektrofysiologie en bij de EHRA certificatie eisen voor "Cardiac Pacing & ICDs” en “Invasive Cardiac Electrophysiology”. Wel zal de indeling van het 6e jaar anders zijn voor een AIOS die niet in aanmerking komt voor het fellowship Elektrofysiologie. Voor deze AIOS zal dit jaar breder gericht zijn op zowel kennis en vaardigheden van de device therapie als van kennis van de Klinische Elektrofysiologie. Voor de AIOS die aansluitend het fellowship gaat doorlopen zal de nadruk in het 6e jaar met meer liggen op praktische vaardigheden van device therapie en zal het 7e jaar meer gericht zijn op de klinische Elektrofysiologie.

Tijdens de stage wordt vanzelfsprekend rekening gehouden met de dienstroosters. Tijdens deze stage zal de AIOS zijn/haar poli dagdeel doen en deelnemen aan de zogenaamde echopoel. Het streven is om het verdiepingsjaar af te sluiten met het EHRA certificatie examen “Cardiac Pacing & ICDs”.

EPA

Verwacht bekwaamheidsniveau

OSATS:
– Basis programmering pacemaker/ICD: 5
– Inbrengen tijdelijke pacemakerlead: 5
– Inbrengen permanente pacemaker en ICD: 4
– Invasieve diagnostiek van hartritmestoornissen (EFO): 2

Weekprogramma

De AIOS zal een groot deel van de tijd doorbrengen op de hartkatheterisatie afdeling voor het handson leren van device procedures. Daarnaast is device follow-up en trouble-shooting een belangrijk onderdeel. De AIOS die na het verdiepingsjaar niet doorgaat als fellow elektrofysiologie zal tevens deelnemen aan ablatieprocedures om op basaal niveau te leren een elektrofysiologisch onderzoek te verrichten. Op de polikliniek behandelt de AIOS het volledige spectrum van ritme patiënten.

Vaste onderdelen in de week

Maandag
– 8:15 Weekendoverdracht
– 12:00 – 13:00 Consultatie device/ritmeproblemen op de verpleegafdeling
– 16:00 – 17:00 Research bespreking

Dinsdag
– 8:15 Overdracht en polibespreking
– 12:00 – 13:00 Consultatie device/ritmeproblemen op de verpleegafdeling

Woensdag
– 8:15 Overdracht en onderwijs
– 12:00 – 13:00 Consultatie device/ritmeproblemen op de verpleegafdeling

Donderdag
– 8:15 Overdracht en onderwijs
– 12:00 – 13:00 Consultatie device/ritmeproblemen op de verpleegafdeling
– 17:00 cardiogenetica MDO (eenmaal per twee weken)

Vrijdag
– 8:15 – 9:15 Ritmebespreking
– 12:00 – 13:00 Consultatie device/ritmeproblemen op de verpleegafdeling

Leerdoelen

1. Ten aanzien van kennis en wetenschap

a) Kennis van de relevante richtlijnen (NVVC, ESC, EHRA, HRS).

b) Gedetailleerde kennis van het 12-kanaals ECG.

c) Kennis van de mogelijkheden van Holter registraties / continue loop recorders.

d) Kennis van de verschillende diagnostische onderzoeken (waaronder ook de verschillenden
beeldvormende technieken als Echo, MRI en CT-scan).

e) Kennis van de verschillende mechanismen vanritmestoornissen.

f) Kennis van genetisch bepaalde ritmestoornissen.

g) Kennis van apparatuur nodig om reanimatie procedures te starten.

h) Kennis van de specifieke eigenschappen van verschillende merken en types pacemakers, ICD’s en leads.

i) Kennis van het benodigde steriliteitsniveau om deviceprocedures veilig uit te kunnen voeren.

j) Kennis van de benodigde geneesmiddelen tijdens de procedures.

k) Het vereiste stralingsdiploma dient voorafgaande aan het verdiepingsjaar te zijn behaald.

2. Ten aanzien van medisch handelen

a) Ervaring met het uitvoeren van rechts/links hartkatheterisaties.

b) Implantatie van tenminste 100 de novo devices waarvan tenminste 25 ICD’s en 45 pacemakers.

c) Implantatie van tenminste 30 LV leads t.b.v. CRT.

d) Follow-up van tenminste 200 devices waarvan 100 ICD’s, 50 biventriculaire units en 50 pacemakers.

3. Ten aanzien van communicatie

a) Houdt rekening met karakteristieken en wensen van patiënt voortvloeiende uit leeftijd, geslacht, etniciteit en culturele achtergrond.

b) Geeft heldere, structurele informatieverstrekking aan patiënt en betrekt patiënt in besluitvorming.

c) Is in staat bondig een patiënt te presenteren tijdens besprekingen.

4. Ten aanzien van professioneel gedrag

a) Kent de grenzen van de eigen competenties en roept hulp in waar nodig.

b) Maakt overwegingen t.a.v. diagnostiek en therapie in het kader van kosten en effectiviteit.

c) Werkt effectief, doelmatig en nauwkeurig in een leidinggevende rol binnen het medisch team van verpleegkundigen, technici, paramedici en andere specialisten.

d) Kan omgaan met eigen fouten en fouten van anderen.

e) Registreert incidenten en complicaties en vraagt terugkoppeling.

5. Ten aanzien van samenwerking
a) Onderhandelt op respectvolle wijze over medisch beleid, procedures en afspraken met verwijzers,  ondersteunende specialisten en consulterende specialisten.

Toetsinstrumenten

De stagebegeleider houdt met de AIOS een startgesprek, tussentijdse evaluatie en eindgesprek.
Bij het startgesprek wordt een IOP (individueel opleidingsplan) gemaakt. Bij de tussentijdse evaluatie en het eindgesprek worden de voortgang van de competenties en de bereikte OSATS niveaus besproken. Deze gesprekken worden in het digitale portfolio (VREST) vastgelegd. Gedurende de stage worden de verschillende competenties en OSATS getoetst door middel van Korte Praktijk Beoordelingen (KPB) en debriefingen na een procedure.
Gedurende de stage maakt de AIOS ook een CAT (“critical appraisal of a topic”) over een onderwerp naar keuze in overleg met de opleiders. Afhankelijk van het onderwerp presenteert de AIOS deze CAT op de ritmebespreking of tijdens het algemene ochtendonderwijs.

Aanbevolen literatuur

Guidelines

  • 2020 ESC Guidelines for Management of Atrial Fibrillation
  • 2019 ESC Guidelines on Supraventricular Tachycardia
  • 2018 ESC Guidelines for Diagnosis/Management of Syncope 
  • 2015 ESC Guidelines on Ventricular Arrhythmias and the Prevention of Sudden Cardiac Death
  • 2013 ESC Guidelines on Cardiac Pacing and Cardiac Resynchronization Therapy

Literatuur

  • Kenneth Ellenbogen & Bruce L. Wilkoff. Clinical Cardiac Pacing, Defibrillation and Resynchronization Therapy. 5th edition 2016.
  • Douglas P. Zipes & Jose Jalife. Cardiac Electrophysiology: From Cell to Bedside. 7th edition 2017