Deze module duurt volgens het landelijk opleidingsplan cardiologie in totaal zes maanden. In de gecombineerde opleiding zoals aangeboden door het LUMC en de geaffilieerde perifere opleidingsziekenhuizen wordt deze stage verdeeld (maar niet noodzakelijkerwijs evenredig) oover de betrokken instellingen. Dit om te voorkomen dat de AIOS in het eerste jaar van de vervolgopleiding reeds voldaan heeft aan de opleidingseisen en gedurende de overige jaren de verkregen vaardigheden niet kan blijven oefenen. De exacte stageduur in het LUMC wordt door de opleider vastgesteld, rekeninghoudend met het reeds behaalde bekwaamheidsniveau van de AIOS.
Stage LUMC
Duur: 3-6 maanden (verdeeld over LUMC en geaffilieerde centra)
Stagehouder: Dr. S.L.M.A. (Saskia) Beeres
De stage omvat de werkzaamheden op de verpleegafdeling, bestaande uit 20-24 bedden. De AIOS houdt zich bezig met de zorg en behandeling van de klinisch opgenomen patiënten. De verpleegafdeling hartziekten is een drukke afdeling met een hoge productie. Een belangrijk doel van deze stage is dan ook dat de AIOS leert de werktijd goed in te delen. Daarnaast is een belangrijk doel het leren samenwerken met andere specialisten, verpleegkundigen, en andere bij de zorg betrokken professionals.
Supervisoren van de afdeling zijn Drs. I. (Iannis) Karalis en Drs. J.M. (José) Montero Cabezas
Het medisch handelen op de verpleegafdeling cardiologie bestaande uit diagnosticeren, behandelen en begeleiden van patiënten met een cardiale aandoening.
Verwacht bekwaamheidsniveau:
Start stage: niveau 3
Halverwege stage: niveau 3
Einde stage: niveau 4
Einde opleiding: niveau 5
De AIOS dient zich minimaal de volgende competenties eigen te maken:
1. Ten aanzien van medisch handelen:
a) De AIOS kan een adequate anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek uitvoeren en is in staat de verkregen gegevens georganiseerd te presenteren en te interpreteren, zowel schriftelijk als mondeling.
b) De AIOS kent de pathofysiologie en presentatievorm van niet-acute cardiale ziektebeelden, waaronder (maar niet limitatief) chronisch hartfalen, kleplijden, boezemfibrilleren en niet acute vormen van coronarialijden.
c) De AIOS kan efficiënt en doelmatig nader diagnostisch onderzoek aanvragen en kan aangeven wat de risico’s zijn verbonden aan deze onderzoekingen (bijvoorbeeld ten aanzien van coronairangiografie).
d) De AIOS kan van de diverse onderzoeken aangeven wat de diagnostische, de therapeutische en de prognostische informatie is die kan worden verkregen, en kan dit toepassen op een individuele casus.
e) De AIOS kan op grond van verkregen gegevens en in relatie tot zijn opleidingsfase een adequaat behandelplan opstellen en kan van de gekozen behandeling aangeven in hoeverre die behandeling symptoomverlichting zal geven dan wel de prognose zal verbeteren.
f) De AIOS is in staat normale en de meest voorkomende pathologische ECS’s en inspannings ECG’s te interpreteren binnen de klinische context van een gegeven casus.
2. Ten aanzien van communicatie:
a) De AIOS toont respect voor en een adequate mate van betrokkenheid bij de patiënt.
b) De AIOS is in staat om aan de patiënt en diens familie op begrijpelijke wijze de vermoedelijke diagnose uit te leggen en grofweg aan te geven wat het aanvullende onderzoek inhoudt (inclusief de eventueel daaraan verbonden risico’s), wat de behandelopties zijn (inclusief de daaraan verbonden risico’s) en wat de prognose van de aandoening is. Bovendien kan de AIOS ten overstaan van de patiënt en diens familie een begrijpelijk en betrouwbaar overzicht geven van de klinische gebeurtenissen rondom de patiënt.
c) De AIOS kan ten aanzien van de medische gegevens adequaat zowel schriftelijk als mondeling rapporteren aan andere health care professionals, met inbegrip van een gedegen verslaglegging in de medische status.
3. Ten aanzien van samenwerking:
a) De AIOS is in staat een goede relatie te onderhouden met andere personen die bij de patiënt betrokken zijn, de diverse taken onderling goed te communiceren, en adequate instructies te verschaffen aan ondersteunend personeel.
b) De AIOS zorgt, tezamen met de verpleegkundige, voor een efficiënt verlopende visite.
c) De AIOS is op de hoogte van de op de afdeling voor paramedisch personeel bestaande protocollen en voorschriften.
d) De AIOS is in staat om goed samen te werken met de cardiologen in de regio en bij overdracht van patiënten zorg te dragen voor een adequate mondelinge en schriftelijke overdracht.
4. Ten aanzien van kennis en wetenschap:
a) De AIOS geeft blijk van het kritisch beschouwen van de medische informatie rondom een casus.
b) De AIOS kan aangeven welke discussiepunten er momenteel in de literatuur spelen rondom niet-acute cardiale ziektebeelden, inclusief discussies met betrekking tot invasief ingrijpen bij coronarialijden, hartklepchirurgie, en ritmestoornissen (ablatie, ICD implantatie).
5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen:
a) De AIOS is bekend met de epidemiologie van chronische cardiale aandoeningen, waaronder coronarialijden, hartkleplijden, hartfalen en hartritmestoornissen.
b) De AIOS toont aan nagedacht te hebben over ethische kwesties die de patiëntengroep met chronische niet-behandelbare cardiale aandoeningen betreffen (bijvoorbeeld aangaande het reanimatiebeleid).
6. Ten aanzien van organisatie:
a) De AIOS overziet het patiëntenaanbod en -bestand op de verpleegafdeling en kan in overleg met de supervisor de logistiek en efficiënte bezetting van de bedden organiseren.
b) De AIOS weet adequaat prioriteiten te stellen en hulp in te roepen indien geconfronteerd met gelijktijdig optreden van problemen bij meerdere patiënten.
c) De AIOS is punctueel met betrekking tot afspraken, o.a. betreffende gesprekken met familie.
7. ten aanzien van professionaliteit:
a) De AIOS vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag.
b) De AIOS kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen.
c) De AIOS is op de hoogte van de binnen het LUMC bestaande regels voor wat betreft professioneel gedrag.
d) De AIOS is op de hoogte van de regels voor infectiepreventie en gedraagt zich als zodanig. Tevens spreekt de AIOS anderen aan op afwijkend gedrag.