Opleiding Cardiologie Regio West

Stage SEH

Stage LUMC
Duur: 6 maanden (verdeeld over LUMC en geaffilieerde centra)
Stagehouder: Dr. S.L.M.A. (Saskia) Beeres

Inhoud van de stage

De stage omvat de werkzaamheden op het Centrum Eerste Hulp. De AIOS houdt zich bezig met de initiële opvang, diagnostiek en behandeling van acuut zieke patiënten met de verdenking op een cardiale aandoening op de spoedeisende hulp. De AIOS beheert de spoedoverleglijn met de huisartsen en geeft desgewenst advies, dan wel accepteert patiënten voor acute beoordeling. Per patiënt wordt bekeken of deze voldoet aan de criteria om gepresenteerd te worden op de Eerste Hart Hulp (C9). Een belangrijk doel van deze stage is dat de AIOS leert vlot een diagnose te stellen en behandeling te starten. Daarnaast leert de AIOS de triage te doen voor de Eerste Hart Hulp. Verder is een belangrijk doel het leren samenwerken met andere specialisten, verpleegkundigen, en andere bij de zorg betrokken professionals.

Supervisoren van de SEH zijn afwisselend: Dr. M.L (Louisa) Antoni, dr. S.L.M.A. (Saskia) Beeres, Dr. J.M.J. (Mark) Boogers, Dr. M.C. (Melina) den Haan en Dr. L.F. (Laurens) Tops. De tussenwacht voor de SEH wordt soms door een ouderejaars AIOS gedaan die supervisiestage doet.

EPA

Opvang en initiële behandeling van een patiënt op de Eerste Hart Hulp (EHH) / Cardiac Care Unit (CCU).

Verwacht bekwaamheidsniveau:
Start stage: niveau 2
Halverwege stage: niveau 3
Einde stage: niveau 3-4 (4 bij start verdiepingsfase)
Einde opleiding: niveau 5

Leerdoelen

De AIOS dient zich minimaal de volgende competenties eigen te maken.

1. Ten aanzien van medisch handelen:

a) De AIOS kan een adequate anamnese afnemen en lichamelijk onderzoek uitvoeren bij de patiënt met een (potentieel) acute cardiale aandoening en is in staat de verkregen gegevens georganiseerd te presenteren en grotendeels te interpreteren, zowel schriftelijk als mondeling. Onder de acute cardiale aandoeningen worden begrepen (maar niet limitatief) de acute coronaire syndromen, het acute hartfalen, en nieuw opgetreden hartritmestoornissen.

b) De AIOS is in staat de meest voorkomende ECG presentaties van acute cardiale aandoeningen te beschrijven en te herkennen.

c) De AIOS is bekend met de diagnostiek, risicostratificatie en belangrijkste behandelopties bij het acute coronaire syndroom (inclusief reperfusie strategieën en ondersteunende therapieën met zuurstof, nitraten, anti-platelet en anti-trombotische middelen, Bblokkers, ACE remmers, statines etc.) en past deze adequaat toe.

d) De AIOS toont aan bekend te zijn met de indicaties, contraindicaties, toedieningsvorm en - dosering van farmacologische behandelingen van acute coronaire syndromen (inclusief fibrinolytica, aspirine, clopidogrel, prasugrel, ticagrelor, GPIIbIIIa receptorblokkers, heparine, LMWH, fondaparinux).

e) De AIOS is bekend met de mogelijke complicaties van acute cardiale aandoeningen, weet deze te herkennen en nader te evalueren, en kan deze in overleg met de supervisor behandelen.

f)  De AIOS is bekend met de indicaties, contra-indicaties, risico’s en mogelijke voordelen van hemodynamische monitoring van de acuut zieke cardiale patiënt.

g) De AIOS toont aan patiënten met acuut en/of ernstig hartfalen te kunnen beoordelen en een behandelplan op te kunnen stellen, inclusief de toepassing van vaatverwijders en inotrope middelen.

h) De AIOS kent de belangrijkste indicaties voor het inbrengen van een tijdelijke (uitwendige) pacemaker.

i) De AIOS is op de hoogte van de initiële behandeling van zowel supraventriculaire als sustained ventriculaire tachycardieën en kan deze, eventueel met hulp van de supervisor, uitvoeren.

j) De AIOS is aantoonbaar bedreven in Advanced Cardiac Life Support en is op de hoogte van de indicatie voor ECPR.

k) De AIOS is in staat cardioversie en defibrillatie uit te voeren.

l) De AIOS is in staat de betreffende VMS progamma’s (acute cardiale pathologie en kwetsbare ouderen) naar behoren uit te voeren.

m) De AIOS is in staat om acute problemen met ICDs of Pacemakers te herkennen en op te lossen. Bij complexe problemen zal de AIOS tijdig de betrokken device specialisten raadplegen.

2. Ten aanzien van communicatie:

a) De AIOS toont respect voor en een adequate mate van betrokkenheid bij de patiënt.

b) De AIOS is in staat om aan patiënt en diens familie op begrijpelijke wijze de

vermoedelijke diagnose uit te leggen en in grote lijnen aan te geven wat het aanvullende onderzoek inhoudt (inclusief de eventueel daaraan verbonden risico’s), welke de behandelopties zijn (met de daaraan verbonden risico’s) en wat de prognose van de aandoening is.

c) De AIOS kan ten aanzien van de medische gegevens adequaat zowel schriftelijk als mondeling rapporteren aan andere health care professionals, met inbegrip van een gedegen verslaglegging in de medische status.

3. Ten aanzien van samenwerking:

a) De AIOS is in staat een goede relatie te onderhouden met andere personen die bij de patiënt betrokken zijn, de diverse taken onderling goed te communiceren, en (eventueel in overleg met de supervisor) adequate instructies te verschaffen aan ondersteunend personeel.

b) De AIOS is in staat om goed samen te werken met de cardiologen in de regio en bij overdracht van patiënten zorg te dragen voor een adequate mondelinge en schriftelijke overdracht.

4. Ten aanzien van kennis en wetenschap:

a) De AIOS geeft blijk van het kritisch beschouwen van de medische informatie rondom een casus.

b) De AIOS kan in grote lijnen aangeven welke discussiepunten er momenteel in de cardiologie spelen rondom acute coronaire syndromen (inclusief de indicaties voor interventies), acuut opgetreden ritmestoornissen, en hartfalen.

5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen:

a) De AIOS is grofweg bekend met de epidemiologie van acute coronaire syndromen en andere acute cardiale aandoeningen.

b) De AIOS toont aan op de hoogte te zijn en nagedacht te hebben over ethische kwesties die de patiëntengroep met acute cardiale aandoeningen betreffen (bijvoorbeeld aangaande het reanimatiebeleid).

6. Ten aanzien van organisatie:

a) De AIOS overziet het patiëntenaanbod en -bestand op de SEH en EHH en kan in overleg met de supervisor de logistiek en efficiënte bezetting van de bedden organiseren. Verantwoordelijk voor het opname beleid van de CCU is het hoofd Kliniek of diens vervanger.

7. Ten aanzien van professionaliteit:

a) De AIOS vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag.

b) De AIOS kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen.

c) De AIOS is op de hoogte van de binnen het LUMC bestaande regels voor wat betreft professioneel gedrag.

d) De AIOS is op de hoogte van de regels voor infectiepreventie en gedraagt zich als zodanig. Tevens spreekt de AIOS anderen aan op afwijkend gedrag.

Toetsinstrumenten

  1. Directe beoordeling door de superviserende cardioloog, m.b.v. KPB’s
  2. Beoordeling van statusvoering en ontslagbrieven, aangevuld met specifieke bespreking hiervan, door de superviserend cardioloog en/of stagehouder, m.b.v. KPB's.
  3. Beoordeling van patiëntbesprekingen tijdens het ochtendrapport en tijdens specifiek daartoe gereserveerde onderwijsmomenten m.b.v. KPB’s.
  4. Beoordeling van referaten door leden van de opleidingsgroep.
  5. Verslagen van verpleging en patiënten aangaande het functioneren van de AIOS, uitgebracht op verzoek van de opleider.
  6. Aanwezigheid bij echo-introductie

Portfolio

  • 2 Algemene KPB’s
  • 2 KPB’s tav brief/statusvoering
  • 1 CAT / referaatbeoordeling
  • Stagegesprekken: aanvang stage, halverwege stage en einde stage, inclusief zelfreflectie

Aanbevolen literatuur

  • ESC Textbook of Cardiovascular Medicine
  • Medische richtlijnen (LUMC, NVVC, ESC, AHA-ACC)
  • CVOI cursusboek Acute Cardiologie
  • Feigenbaum Echocardiography (of vergelijkbaar tekstboek)