Opleiding Cardiologie Regio West

Stage niet-invasieve beeldvormende technieken

Deze module duurt volgens het landelijk opleidingsplan cardiologie in totaal 6 maanden en kan in de praktijk verdeeld worden over een aantal ziekenhuizen (niet noodzakelijkerwijs evenredig).

Niet-invasieve beeldvorming vormt een zeer belangrijk onderdeel van de cardiologie. Het is daarom dan ook van groot belang dat alle AIOS voldoende kennis van de verschillende mogelijkheden van de diverse modaliteiten verwerven.

Tijdens de opleiding dienen minimaal de landelijke eisen aan TTEs, TEEs, MRIs, MSCTs en nucleaire onderzoeken behaald te worden. In de geaffilieerde ziekenhuizen wordt in het derde opleidingsjaar een begin gemaakt met het leren beheersen van de niet-invasieve beeldvorming. In de hoofd-opleidingsklinieken worden eerst eventuele hiaten ingevuld en daarna verder gewerkt aan het op de juiste wijze interpreteren van de diverse technieken.

Ook na de specifieke stages zal er gedurende de opleiding veel aandacht blijven voor de niet-invasieve beeldvorming, aangezien dit een essentieel onderdeel vormt van de cardiologische praktijk.

Stage LUMC 
Duur: 3 maanden, gecombineerd met stage congenitale hartziekten
Stagehouders: Dr. E.R. (Eduard) Holman (echo), Dr. A.H.J.A. (Arthur) Scholte (CT/nucleaire), Dr. H.J. (Hans-Marc) Siebelink (MRI)

Inhoud van de stage

Volgens het Specifiek Besluit Cardiologie aangaande opleidings- en erkenningseisen voor het medisch specialisme cardiologie dient de AIOS gedurende zes maanden een stage niet invasieveniet-invasieve beeldvorming te volgen gedurende het basis deel cardiologie.

In de gecombineerde opleiding zoals geboden door het LUMC en de betrokken geaffilieerde centra wordt de stage niet-invasieve beeldvorming verdeeld (maar niet noodzakelijkerwijs evenredig) over de twee instellingen, dit om te voorkomen dat de AIOS in het 1e jaar van de opleiding reeds voldaan heeft aan de opleidingseisen en gedurende de overige jaren de verkregen vaardigheden niet kan blijven oefenen. Overigens leert de ervaring dat reeds in de betreffende geaffilieerde centra de genoemde aantallen worden gehaald. Indien eerder geen specifieke echo-stage is gevolgd, dan volgt de AIOS in het LUMC eerst de echo-I stage zoals elders beschreven. De verdere niet-invasieve beeldvorming komt gecombineerd met de stage congenitale hartzieken aanbod, waarbij ruimte is voor verdere verdieping in echo, CT, nucleaire onderzoeken en MRI onder begeleiding van Dr. E.R. Holman (echo), Dr. A.H.J.A. Scholte (CT/nucleaire) en Dr. H.J. Siebelink (MRI)

OSATS

Verwacht bekwaamheidsniveau MRI (OSATS)
Start stage: 1
Halverwege stage: niet van toepassing
Einde stage: 2
Einde opleiding: 2

Verwacht bekwaamheidsniveau Echo (OSATS)
Start stage: 1
Halverwege stage: 2 (TEE), 3 (TTE) (na 3 maanden)
Einde stage: 3 (TEE), 4 (TTE)
Einde opleiding: 4 (TEE), 5 (TTE)

Verwacht bekwaamheidsniveau CT (OSATS)
Start stage: 1
Halverwege stage: niet van toepassing
Einde stage: 2
Einde opleiding: 2

Verwacht bekwaamheidsniveau Nucleaire geneeskunde (OSATS)
Start stage: 1
Halverwege stage: niet van toepassing
Einde stage: 2
Einde opleiding: 2

Leerdoelen

De AIOS dient zich minimaal de volgende competenties eigen te maken:

1. Ten aanzien van medisch handelen:

a) De AIOS kent de indicaties voor de verschillende onderzoeken die deel uitmaken van de groep niet-invasieve imaging.

b) De AIOS kan zelfstandig, na zorgvuldige afweging de indicatie voor een individuele patiënt stellen.

c) De AIOS kan de bevindingen plaatsen in het ziektebeeld van de patiënt en vertalen naar therapeutische opties.

d) De AIOS kan de risico’s van de verschillende ingrepen vertalen naar een individueel behandelplan.

e) De AIOS kent de mogelijke complicaties van de verschillende onderzoeken (bijvoorbeeld stressechocardiografie, contrastechocardiografie) en weet die op te vangen c.q. te behandelen.

f) De AIOS kent de stralingsrisico’s van het nucleair onderzoek / CT en handelt volgens het ALARA principe de AIOS verkrijgt door zelfstudie voldoende kennis van de anatomie, fysiologie, en de mogelijke onderzoeken.

g) De AIOS kan zelfstandig transthoracale echo onderzoeken uitvoeren evenals slokdarm onderzoeken. Het tempo waarin de AISO zelfstandig gaat werken gaat in samenspraak met de supervisor van de echo afdeling.

h) De AIOS is met betrekking tot CT, Nucleaire en MRI aanwzig bij een aantal onderzoeken en maakt conceptverslagen onder supervisie van een cardioloog of radioloog.

I) De AIOS kan een discussie voeren over en keuze maken voor het meest geschikte non-invasieve onderzoek.

2. Ten aanzien van communicatie:

a) De AIOS is in staat om aan de patiënt op begrijpelijke wijze de gang van zaken rondom de ingreep uit te leggen.

b) De AIOS is in staat om aan de patiënt op begrijpelijke wijze de bevindingen van de ingreep uit te leggen met inachtneming van de afspraken daaromtrent gemaakt met de behandelaar.

c) De AIOS kan de procedure en de bevindingen adequaat zowel schriftelijk als mondeling rapporteren aan de behandelaar.

3. Ten aanzien van samenwerking:

a) De AIOS overlegt met de behandelaar omtrent eventuele specifieke wensen ten aanzien van de ingreep.

b) De AIOS is in staat een goede relatie te onderhouden met andere personen die bij de ingreep betrokken zijn, de diverse taken onderling goed te communiceren, en adequate instructies te verschaffen aan ondersteunend personeel.

c) De AIOS is op de hoogte van de op de afdeling voor paramedisch personeel bestaande protocollen en voorschriften.

D. De AIOS is in staat samen te werken met nucleair geneeskundigen, radiologen en paramedici.

4. Ten aanzien van kennis en wetenschap:

a) De AIOS geeft blijk van het kritisch beschouwen van de medische informatie rondom een casus.

b) De AIOS kan aangeven welke discussiepunten er momenteel in de literatuur spelen.

5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen:

a) De AIOS stelt zich op de hoogte van de kosten van de diverse binnen deze stage vallende procedures en gebruikte materialen.

b) De AIOS stelt zich op de hoogte van de wettelijke bepalingen met betrekking tot het werken met röntgenapparatuur (CT/nucleaire geneeskunde).

6. Ten aanzien van organisatie:

a) De AIOS overziet de planning op de hartfunctie en waar nodig in samenspraak met de de AIOS overziet de planning op de hartfunctie en waar nodig in samenspraak met de de AIOS overziet de planning op de hartfunctie en waar nodig in samenspraak met de supervisor bijsturen.

7. Ten aanzien van professionaliteit:

a) De AIOS vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag.

b) De AIOS kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen.

c) De AIOS is op de hoogte van de binnen het LUMC bestaande regels voor wat betreft professioneel gedrag.

d) De AIOS is op de hoogte van de regels voor infectiepreventie en gedraagt zich als zodanig. Tevens spreekt de AIOS anderen aan op afwijkend gedrag.

Toetsinstrumenten

Toetsing MRI
- KPB, eventueel toetsing via CVOI en/of regionaal / ESC examen

Toetsing Echo
- KPB, toetsing via CVOI (TEE module)
- Eventueel ESC / EACVI examen TTE en TEE, indien verdiepingsjaar niet-invasieve cardiologie.

Toetsing CT
- KPB en toetsing via CVOI en/of regionaal

Toetsing Nucleaire geneeskunde
- KPB en toetsing via CVOI en/of regionaal

Portfolio

  • Echo
    - Voor de algemeen cardioloog wordt competentieniveau 2A verwacht, volgens richtlijn SOP Echocardiografie van de NVVC, totaal 350 TTE's en 60 TEE's.
    - Voor de cardioloog met aandacht voor niet-invasieve cardiologie wordt competentieniveau 2B verwacht, volgens richtlijn SOP van de NVVC met totaal 750 TTE's en 140 TEE's.
  • MRI
    - 50 verrichtingen en interpretaties bijwonen en verslagen maken onder supervisie.
  • CT
    - 50 MSCT angiografie verrichtingen, reconstructies en interpretaties bijwonen en verslagen maken onder supervisie.
  • Nucleaire cardiologie
    - Minimaal 30 verrichtingen en interpretaties bijwonen en verslagen maken onder supervisie

Aanbevolen literatuur

Literatuur MRI

  • Massimo Lombardi, Sven Plein, Steffen Petersen, Chiara Bucciarelli-Ducci, Emanuela Valsangiacomo Buechel, Cristina Basso, and Victor Ferrari. The EACVI Textbook of Cardiovascular Magnetic Resonance
  • Juerg Schwitter. CMR update, 2012
  • https://www.escardio.org/Sub-specialty-communities/European-Association-of-Cardiovascular-Imaging-(EACVI)/About/CMR-Section
  • http://www.mrisafety.com/
  • https://scmr.org/

Literatuur Echo

  • Praktische echocardiografie, J.P.M. Hamer, P.G. Pieper (Bohn Stafleu van Loghum)
  • EACVI Core Syllabus on echocardiograph (https://www.escardio.org/Education/Echo-Core-Syllabus)

Literatuur CT

  • The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Camm, Luscher en Serruys. 2006 ISBN -13:978-1-40512695-3
  • ESC guidelines: www.escardio.org/knowledge/guidelines
  • Leerboek Cardiologie. Van der Wall, van der Werf, Zijlstra, 2007 ISBN-9789031348299.
  • Cardiovascular imaging. A handbook for clinical practice. Bax, Kramer, Marwick, Wijns. 2005. ISBN 10:1-4051-3131-4.
  • ETP course ESC nuclear cardiology and CT: http://www.escardio.org/congresses/courses/ EducationalProgramme/060603-NuclearCardiology
  • CVOI imaging course: http://www.cvoi.org/

Literatuur Nucleaire geneeskunde

  • The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Camm, Luscher en Serruys. Hoofdstuk 5. 2006 ISBN 13:978-1-4051-2695-3
  • Cardiovascular imaging. A handbook for clinical practice. Bax, Kramer, Marwick, Wijns. 2005. ISBN -10:1 4051-3131-4.
  • Clinical nuclear cardiology. State of the art and future directions. 3rd edition. Zaret, Beller. 2005. ISBN 0323-02494-7.
  • Brindis RG et al. ACCF/ASNC appropriateness criteria for single-photon emission computed tomography myocardial perfusion imaging (SPECT MPI). J Am Coll Cardiol 2005;18:46(8):1587- 1605.
  • ETP course ESC nuclear cardiology and CT: http://www.escardio.org/congresses/courses/EducationalProgramme/060603-NuclearCardiology
  • CVOI imaging cursus: http://www.cvoi.org/