Opleiding Cardiologie Regio West

Stage congenitale cardiologie

Deze module duurt volgens het landelijk opleidingsplan cardiologie in totaal drie maanden en wordt binnen regio Zuid-West enkel in het Leids Universitair Medisch Centrum aangeboden.

Het LUMC heeft een grote afdeling aangeboren hartafwijkingen, die behandeld worden binnen het centrum voor aangeboren hartafwijkingen Amsterdam- Leiden (CAHAL). De AIOS zal tijdens deze stage ingezet worden voor met name de poliklinische zorg voor de congenitale hartpatiënt. Er zijn diverse besprekingen waaraan de AIOS deelneemt. Tevens is er gedurende deze stage aandacht voor de niet-invasieve beeldvorming en percutane interventies bij deze patiëntengroep.

Stage LUMC
Duur: 3 maanden
Stagehouder: Dr. P. (Philippine) Kiès

Inhoud van de stage

De stage omvat de zorg voor volwassen patiënten met aangeboren hartafwijkingen, met name op de polikliniek. Binnen het LUMC is sprake van een grote afdeling aangeboren hartafwijkingen. De afdelingen kindercardiologie, cardiologie en chirurgie voor congenitale hartafwijkingen van het Leids Universitair Medisch Centrum, het Academisch Medisch Centrum van de Universiteit van Amsterdam en het Vrije Universiteit Medisch Centrum te Amsterdam, maken onderdeel uit van het centrum voor aangeboren hartafwijkingen Amsterdam-Leiden (CAHAL), en werken hierbinnen samen.

De AIOS maakt kennis met de verschillende aangeboren hartafwijkingen en de bijbehorende operatieve correcties. Daarnaast zijn er diverse (multidisciplinaire) besprekingen waarbij het beleid voor deze patiënten besproken wordt. Speciale aandacht is er voor de patiënten met pulmonale hypertensie.

Supervisoren van de congenitale cardiologie stage zijn: Dr. M.R.M. (Monique) Jongbloed, Dr. P. (Philippine) Kiès, Dr. H.W. (Hubert) Vliegen en Dr. A. (Anastasia) Egorova.

EPA

Verwacht bekwaamheidsniveau:
Start stage: 1-2
Halverwege stage: 2
Einde stage: 3
Einde opleiding: 4, afhankelijk van complexiteit van het ziektebeeld conform Concare document

Leerdoelen

De AIOS dient zich minimaal de volgende competenties eigen te maken:

1. Ten aanzien van medisch handelen:

a) De AIOS kan een adequate en gerichte anamnese afnemen bij een patient met een aangeboren hartafwijking, kan lichamelijk onderzoek uitvoeren en is in staat de verkregen gegevens georganiseerd te presenteren en te interpreteren, zowel schriftelijk als mondeling.

b) De AIOS kent de anatomie, pathofysiologie, toegepaste chirurgische correcties en presentatievorm van de verschillende congenitale hartziekten, inclusief de te verwachten late complicaties na voorgaande chirurgie, waaronder chronisch hartfalen, kleplijden, en hartritmestoornissen.

c)  De AIOS heeft kennis van het ziektebeeld pulmonale hypertensie, inclusief ECG criteria en interpretatie van longvaatdrukken op aanvullend onderzoek (echo, MRI, katheterisatie).

d) De AIOS kan efficiënt en doelmatig nader diagnostisch onderzoek aanvragen en kan aangeven wat de risico’s zijn verbonden aan deze onderzoekingen.

e) De AIOS kan van de diverse onderzoeken aangeven wat de diagnostische, de therapeutische en de prognostische informatie is die kan worden verkregen, en kan dit toepassen op een individuele casus.

f) De AIOS kent de indicaties voor (re)interventie (medicamenteus, percutaan, chirugisch) bij ongecorrigeerde en gecorrigeerde congenitale hartafwijkingen op basis van interpretatie van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek.

g) De AIOS kan op grond van verkregen gegevens en in relatie tot zijn opleidingsfase een adequaat behandelplan opstellen en kan van de gekozen behandeling aangeven in hoeverre die behandeling symptoomverlichting zal geven dan wel de prognose zal verbeteren.

h) De AIOS kan een inschatting maken bij welke patiënt het beleid in multidisciplinair teamverband dient te worden besproken.

i) De AIOS heeft inzicht in maatregelen ter preventie van complicaties bij ongecorrigeerde en gecorrigeerde congenitale hartafwijkingen, inclusief de indicaties voor orale antistolling.

j) De AIOS heeft inzicht in indicaties en contra-indicaties voor specifieke vormen van anticonceptie, de mogelijkheden van pre-conceptionele counseling en genetische screening.

k) De AIOS heeft kennis van congenitale hartziekten die zijn geassocieerd met een hoog zwangerschapsrisico en betrekt deze kennis bij de advisering rondom zwangerschap.

l) De AIOS is in staat om de follow up van een zwangere patient met een congenitale hartafwijking te plannen, gebaseerd op de onderliggende hartziekte, risicoprofiel en klinische presentatie van de patient.

m) De AIOS is in staat ECG’s en inspanning ECG’s te interpreteren binnen de klinische context  van een gegeven casus, rekening houdend met de mogelijk afwijkende anatomie en fysiologie van de individuele patient met een congenitale hartziekte.

n) De AIOS is op de hoogte van hartrevalidatie en andere vormen van poliklinische en extramurale follow-up en begeleiding van patiënten met een aangeboren hartafwijking.

2. Ten aanzien van communicatie:

a) De AIOS is in staat om aan de patiënt op begrijpelijke wijze de gang van zaken rondom een ingreep uit te leggen.

b) De AIOS is in staat om aan de patiënt op begrijpelijke wijze de bevindingen van de ingreep uit te leggen met inachtneming van de afspraken daaromtrent gemaakt met de behandelaar.

c) De AIOS kan de procedure en de bevindingen adequaat zowel schriftelijk als mondeling rapporteren aan de behandelaar.

d) De AIOS kan op begrijpelijk wijze voorlichting en adviezen geven over zaken als anticonceptie, pre-conceptionele counseling, genetische screening en zwangerschap, een inschatting maken van eventuele beperkingen en patient zo nodig voor aanvullende begeleiding verwijzen.

e) De AIOS kan voorlichting en adviezen geven ten aanzien van sportbeoefening.

f) De AIOS kan bij patienten met een verstandelijke handicap een inschatting maken van de mate van cognitieve beperking en de communicatie daarop aanpassen.

g) De AIOS is in staat om, gezien de specifieke patientengroep, zowel met patient als met ouders of begeleiders van patiënt te communiceren.

h) De AIOS toont respect voor en een adequate mate van betrokkenheid bij de patient en diens familie.

3. Ten aanzien van samenwerking:

a) De AIOS is op de hoogte van de op de afdeling voor paramedisch personeel bestaande protocollen en voorschriften.

b) De AIOS kan op adequate wijze in samenspraak met de kindercardioloog een transitiegesprek voeren, voorlichting geven over praktische zaken op de afdeling volwassen cardiologie, en verschillen met de afdeling kindercardiologie toelichten, waardoor een soepele transitie van de kindercardiologie naar de volwassen cardiologie bewerkstelligd kan worden.

4. Ten aanzien van kennis en wetenschap:

a) De AIOS geeft blijk van het kritisch beschouwen van de medische informatie rondom een casus.

b) De AIOS heeft kennis van discussiepunten in de literatuur, inclusief (maar niet gelimiteerd tot) de indicatie voor orale antistolling bij patiënten met Eisenmenger fysiologie, indicaties voor medicamenteuze behandeling voor pulmonale hypertensie gerelateerd aan NYHA klasse en percutane behandeling van hartklepafwijkingen bij status na eerdere chirurgische correctie (bijv. bij patiënten met tetralogie van Fallot).

c) De AIOS heeft inzicht in de heterogeniteit van specifieke congenitale ziektebeelden en is in staat om, rekening houdend met dit gegeven, beschikbare informatie uit de literatuur en richtlijnen toe te passen op de individuele patiënt.

d) De AIOS is in staat om gedegen literatuuronderzoek te doen bij het opstellen van een behandelplan voor patiënten met zeldzame congenitale/genetische afwijkingen.

e) De AIOS heeft kennis van de meest voorkomende genmutaties en syndromen die geassocieerd zijn met aangeboren hartafwijkingen.

5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen: 

a) De AIOS is bekend met de epidemiologie van aangeboren hartafwijkingen.

b) De AIOS heeft kennis van de herhalingskans van de verschillende congenitale hartafwijkingen bij het nageslacht van de patient.

c) De AIOS toont aan nagedacht te hebben over ethische kwesties die de patiëntengroep met chronische niet-behandelbare cardiale aandoeningen betreffen (bijvoorbeeld aangaande het reanimatiebeleid bij patienten met een ernstige ongecorrigeerde hartafwijking).

d) De AIOS kan ongeveer aangeven wat de kosten zijn van diverse diagnostische en therapeutische benaderingen.

e) De AIOS neemt kennis van de geschiedenis van de congenitale hartchirurgie en heeft inzicht in het feit dat de langetermijn prognose van veel gecorrigeerde congenitale hartafwijkingen momenteel nog onbekend is.

6. Ten aanzien van organisatie:

a) De AIOS overziet het patiëntenaanbod en kan afspraken organiseren voor nieuwe patiënten, patiënten die de transitie maken van de kindercardiologie naar de volwassencardiologie en voor de efficiënte follow van reeds bekende patiënten.

7. Ten aanzien van professionaliteit:

a) De AIOS vertoont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag.

b) De AIOS kent de grenzen van de eigen competentie en handelt daarbinnen.

Toetsinstrumenten

  1. Directe beoordeling door de superviserende cardioloog, m.b.v. KPB’s.
  2. Beoordeling van brieven naar huisartsen en medisch specialisten, aangevuld met specifieke bespreking hiervan, door de superviserend cardioloog en de opleider, in de vorm van KPB's en mondelinge/schriftelijke feedback op nagekeken brieven. 
  3. Beoordeling door de begeleider van patiëntbesprekingen tijdens de verschillende teambesprekingen, ook in de vorm van KPB’s.

Portfolio

  • 2x Algemene KPB
  • 1x KPB briefvoering
  • 1x Zelfreflectie op module
  • 1x Voorgangsgesprek / beoordeling met stagebegeleider

Aanbevolen literatuur

  • Kennis van klinische presentatie, beeldvorming en behandeling van aangeboren hartafwijkingen op volwassen leeftijd zoals verwoord in de ESC Core Curriculum for the general cardiologist: www.escardio.org/knowledge/education/coresyllabus
  • The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine. Camm, Luscher en Serruys. Hoofdstuk 19. 2006 ISBN -13:978-1-4051-2695-3
  • Aangeboren hartafwijkingen bij volwassenen, redactie Mulder, Meijboom, Pieper en Hamer, 2006, ISBN. 9789031347803
  • Diagnosis and Management of Adult Congenital Heart Disease. Third edition 2018 Gadzoulis MA, Webb GD, Daubeney PEF. ISBN 9780702069291
  • NVVC guidelines: Adult congenital heart disease in the Netherlands. www.nvvc.nl/?MID=248
  • ESC guidelines: management of grown-up congenital heart disease, www.escardio.org/knowledge/guidelines