Opleiding Cardiologie Regio West

Stage niet-invasieve beeldvormende technieken

Stage Haaglanden Medisch Centrum
Duur: 3, eventueel 6 maanden
Stagehouder: Dr. S.T. (Soeresh) Somer

Deze module duurt volgens het landelijk opleidingsplan cardiologie in totaal 6 maanden en kan in de praktijk verdeeld worden over een aantal ziekenhuizen (niet noodzakelijkerwijs evenredig).

Niet-invasieve beeldvorming vormt een zeer belangrijk onderdeel van de cardiologie. Het is daarom dan ook van groot belang dat alle AIOS voldoende kennis van de verschillende mogelijkheden van de diverse modaliteiten verwerven.

Tijdens de opleiding dienen minimaal de landelijke eisen aan TTEs, TEEs, MRIs, MSCTs en nucleaire onderzoeken behaald te worden. In de geaffilieerde ziekenhuizen wordt in het derde opleidingsjaar een begin gemaakt met het leren beheersen van de niet-invasieve beeldvorming. In de hoofd-opleidingsklinieken worden eerst eventuele hiaten ingevuld en daarna verder gewerkt aan het op de juiste wijze interpreteren van de diverse technieken.

Ook na de specifieke stages zal er gedurende de opleiding veel aandacht blijven voor de niet-invasieve beeldvorming, aangezien dit een essentieel onderdeel vormt van de cardiologische praktijk.

Inhoud van de stage

Totaal beslaat de stagemodule non-invasieve beeldvorming volgens het landelijk opleidingsplan cardiologie totaal 6 maanden en omvat de verplichte onderdelen trans thoracale (TTE) en oesophageaal (TEE) echocardiografie, nucleair cardiologisch onderzoek, cardiale MRI en cardiaal CT onderzoek.  Deze stage is in 2 blokken van 3 maanden opgedeeld: de eerste 3 maanden zullen in het “B-jaar” van de opleiding plaatsvinden, de tweede episode van 3 maanden meestal in de A- of eventueel B-kliniek.

In overleg met de A-opleider ligt voor de AIOS de focus daarbij primair op het onderdeel trans thoracaal echocardiogram (TTE I, te behalen bekwaamheidsniveau minimaal 3). De AIOS is daartoe 8 dagdelen per week ingedeeld op de echoafdeling. De AIOS zal gedurende de dagdelen op de echo afdeling ook aanwezig zijn bij het TEE-programma (TEE I, 1 dagdeel per week, te behalen bekwaamheidsniveau minimaal 1).

Daarnaast zal de AIOS 1 dagdeel per week op de afdeling radiologie aanwezig zijn bij het verrichten en beoordelen van de CT/MRI procedures (CT/MRI I, te behalen bekaamheidsniveau 1).

Tenslotte zal de AIOS 1 of 2 dagdelen aanwezig zijn bij het onderdeel Nucleair onderzoek (Nucl I, te behalen bekwaamheidsniveau 1).

Echter, indien bij de betrokken AIOS sprake is van een versneld doorlopen van de stagemodule kan in overleg met de stagebegeleider en de A-opleider de stage inhoud op alle beeldvormende modaliteiten navenant laagdrempelig worden verdiept en daarmee de bekwaamheid worden opgevoerd. Verdere ontwikkeling naar het verplichte basis bekwaamheidsniveau vindt voor alle genoemde beeldvormende modaliteiten plaats in de A-opleidingskliniek in jaar 4. In uitzonderingen kan in overleg met de A-opleider de beeldvormingsstage uitgebreid worden tot 6 maanden met dan vooral aandacht voor TEE (bekwaamheidsniveau tot 3), MRI, CT, Nucleaire geneeskunde (bekwaamheidsniveau 2).

EPA

EPA TTE

Verwacht bekwaamheidsniveau:
Start stage: niveau 1
Halverwege stage: niveau 2
Einde stage: minimaal 3
Einde opleiding: niveau 5

EPA TEE, Nucl, CMR, CCT

Verwacht bekwaamheidsniveau: 1
Start stage: niveau 1
Halverwege stage: niveau 1
Einde stage: minimaal 1

Weekprogramma

Maandag


 

08.00 - 08.30


13.15

Ochtendrapport
TTE, TEE
Meekijken WZ

Ritmebespreking
TTE WZ

Dinsdag

 




08.00 - 08.30

12.00 - 12.45

13.15


Ochtendrapport
TTE

ECG onderwijs

Hartteam
CT en MRI
Meekijken en bespreking Bronovo

Woensdag

 

08.00 - 08.30

08.30 - 09.00

Ochtendrapport
Nucleaire geneeskunde en poli voorbereiden TTE

Journal Club (om de week)

Donderdag

 

 

 

08.00 - 08.30

08.30 -09.00

13.15

21.30 - 22.30

Referaat

Ochtendrapport
Poli BR

Poli uitwerken
Onderwijs Dr. Somer BR

Complicatiebespreking
(Maandelijks)

Vrijdag

 

08.00 - 08.30

13.15

Ochtendrapport
TTE

TTE

 

Leerdoelen

Onderdeel echocardiografie

De AIOS dient zich minimaal de volgende competenties eigen te maken:

1. Ten aanzien van medisch handelen:

De AIOS dient tenminste 150 transthoracale echocardiogrammen te maken en te beoordelen.

De AIOS dient tenminste 20 transoesophageale echocardiogrammen bij te wonen en mede te beoordelen.

a) Transthoracaal 2D-echocardiografie en kleuren Doppler

  • De AIOS is in staat zelfstandig een 2D en kleuren Doppler echocardiografisch onderzoek te verrichten en te beoordelen voor wat betreft ventrikelfunctie, pericardvocht en kleppathologie.
  • De AIOS is in staat de echocardiografische apparatuur optimaal in te stellen voor wat betreft pre-set, beelddiepte, gain, compress en TGC.
  • De AIOS is in staat de bevindingen adequaat te interpreteren, te verslaan en te presenteren.
  • De AIOS is in staat de bevindingen in de juiste context te plaatsen en het behandelplan aan te passen aan de hand van de bevindingen. 

b) Conventionele Transthoracale Doppler echocardiografie (PD, HPRF, CW)

  • De AIOS is in staat onder toezicht een Doppler echocardiografisch onderzoek te verrichten volgens de gebruikelijke normen.
  • De AIOS is in staat het conventionele Doppler echocardiografisch onderzoek te interpreteren.

c) Transoesophageale echocardiografie

  • De AIOS is in staat de indicatie en uitvoer van een transoesophageaal echocardiogram in de juiste context te plaatsen en het behandelplan aan te passen aan de hand van de bevindingen.

2. Ten aanzien van communicatie:

De AIOS:

a) is in staat om op correcte en vriendelijke wijze de patiënt te ontvangen voor het echocardiografisch onderzoek.

b) is in staat om de patiënt gerust te stellen met betrekking tot uitvoer van het onderzoek.

c) is in staat om op begrijpelijke wijze aan de patiënt (en zijn familie) uit te leggen wat (het doel van) het echocardiografisch onderzoek inhoudt.

d) is in staat om op begrijpelijke wijze aan de patiënt (en zijn familie) uit te leggen wat de bevindingen zijn van het echocardiografisch onderzoek.

e) is in staat om op juiste wijze te communiceren met het overige personeel werkzaam op de afdeling Echocardiografie.

f) is in staat om op deskundige wijze het echocardiografisch onderzoek te verslaan en mondeling en schriftelijk en te presenteren aan andere specialisten betrokken bij de behandeling van de patiënt.

3. Ten aanzien van samenwerking:

De AIOS:

a) is in staat om goed samen te werken met het personeel werkzaam op de afdeling Echocardiografie.

b) is op de hoogte van de werkmethodiek, logistiek en protocollen van de afdeling Echocardiografie.

4. Ten aanzien van kennis en wetenschap:

a) 2D-echocardiografie en kleuren Doppler

De AIOS heeft kennis van:

  • De algemeen aanvaarde indicaties voor het echocardiografisch onderzoek.
  • De differentiële diagnostiek behorende bij de specifieke vraagstelling en de daarbij behorende  echocardiografische technieken.
  • De fysische principes van de echocardiografische beeldvorming en metingen de beperkingen van het echocardiografisch onderzoek.
  • De apparatuur ten behoeve van optimale registraties en archivering.
  • De invloed van de instelling van de echomachine op de verkregen resultaten.
  • Het onderscheid tussen technisch voldoende en onvoldoende echocardiografisch onderzoek.
  • De normale anatomie.
  • Normale echocardiografische doorsneden.
  • Veranderingen van de anatomie ten gevolge van verworven en de meest voorkomende aangeboren hartziekten.
  • Veranderingen van de anatomie op basis van niet primaire cardiale aandoeningen.
  • Vloeistof dynamica en de pathologische veranderingen daarvan.
  • Kwantitatieve en semikwantitatieve beschrijving van het 2D echocardiografisch onderzoek.

b) Conventionele Doppler echocardiografie (PD, HPRF, CW)

De AIOS heeft kennis van:

  • De algemene fysische eigenschappen van ultrageluid en bloedstroomsnelheidsmetingen.
  • Echomachine-instellingen voor optimaal conventioneel Doppler onderzoek.
  • De normale bloedstroomprofielen en veranderingen daarvan onder invloed van verworven hartziekten.
  • Welke Doppler modaliteit in staat is het klinisch probleem te evalueren.
  • Welke artefacten bij het Doppler onderzoek kunnen optreden en op welke wijze men deze kan herkennen.
  • De consequenties van de afwijkende Doppler bevindingen.

c) Transoesophageale echocardiografie

De AIOS heeft kennis van:

  • De algemeen aanvaarde indicaties voor het transoesophageale echocardiografisch onderzoek.
  • De contra-indicaties en de risico’s van het transoesophageale echocardiografisch onderzoek waaronder de gevaren van perforatie, infectie en elektrische veiligheid van de transducer.
  • De specifieke technieken en mogelijkheden van de transoesophageale echocardiografie om een specifieke vraagstelling op te lossen.
  • De behandeling en reiniging van de transducer.
  • De scanvlakken in relatie tot de anatomie.
  • De normale anatomie en anatomische verhoudingen vanuit de oesophagus bezien.
  • Afwijkingen van de normale anatomie onder invloed van (verworven) hartziekten.
  • Een kwalitatief goed en slecht transoesophageaal onderzoek.

5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen:

De AIOS:

a) is op de hoogte van het jaarlijks aantal vervaardigde aantal echocardiografische onderzoeken en de daarmee gepaard gaande kosten.

b) is op de hoogte van de wettelijk geldende regels ten aanzien van werken met de echoapparatuur in en echokamer en elders in het ziekenhuis.

c) is op de hoogte van de kosten van de verschillende beeldvormende modaliteiten om  het hart te onderzoeken.

6. Ten aanzien van organisatie:

De AIOS:

a) is op de hoogte van de organisatie en logistiek op de afdeling Echocardiografie.

b) is op de hoogte van de organisatie en logistiek van de echocardiografie in het ziekenhuis op de CCU, EHH, verpleegafdelingen, OK, etc.).

c) maakt met spoed aangevraagde echocardiogrammen.

7. Ten aanzien van professionaliteit:

De AIOS:

a) toont adequaat professioneel gedrag (komt op tijd, houdt zich aan afspraken, is betrouwbaar, etc.). 

b) kent de grenzen van zijn eigen competenties en handelt daarbinnen.

c) kent de beperkingen van de gebruikte apparatuur.

 

Onderdelen cardiale MRI, CT en Nucleair Onderzoek

De AIOS dient zich minimaal de volgende competenties eigen te maken:

1. Ten aanzien van medisch handelen:

De AIOS:

a) heeft voldoende theoretische kennis van de anatomie en fysiologie van het hart om de noninvasieve beeldvormende onderzoeken, zoals cardiale MRI, cardiale CT en nucleaire technieken, te kunnen interpreteren.

b) heeft kennis omtrent de diagnostiek van hart- en vaatziekten met behulp van deze noninvasieve beeldvormende technieken. De AIOS kent de sterke en zwakke punten van deze technieken en weet deze op een juiste manier toe te passen en te integreren.

c) leert zelfstandig genoemde beeldvormende onderzoeken te interpreteren en is in staat op basis van zijn/haar bevindingen een behandelplan op te stellen. 

d) leert de bevindingen bij deze beeldvormende onderzoeken te presenteren en op basis hiervan een behandelplan voor te stellen c.q. te beargumenteren.

2. Ten aanzien van communicatie:

De AIOS:

a) dient de uitvoering en resultaten van deze beeldvormende technieken op een begrijpelijke wijze met de patiënt te communiceren. 

b) dient de aanvragen (indicatie) voor cardiale MRI/CT en nucleaire technieken op een adequate wijze te communiceren met radiologen en nucleair geneeskundigen.

c) dient adequaat te rapporteren over het verloop en de bevindingen van de uitgevoerde beeldvormende technieken.

3. Ten aanzien van samenwerking:

De AIOS:

a) dient blijk te geven van het onderhouden van goede contacten met het ondersteunend personeel, de vakgroep leden en de leden van andere vakgroepen die betrokken zijn bij de cardiale beeldvorming, zoals de radiologen en nucleair geneeskundigen. 

b) dient kennis te nemen van de bestaande lokale protocollen en voorschriften. 

4. Ten aanzien van kennis en wetenschap: 

De AIOS:

a) dient blijk te geven van het kritische beschouwen van medische informatie betreffende individuele patiënten. 

b) dient blijk te geven van het verwerven van kennis omtrent nieuwe ontwikkelingen en discussies in de literatuur rondom noninvasieve cardiale beeldvormende technieken. 

5. Ten aanzien van maatschappelijk handelen:

De AIOS:

a) dient kennis te verwerven ten aanzien van wettelijke bepalingen met betrekking tot het werken met straling (CT en nucleaire technieken).

b) dient op de hoogte te zijn van de kosten-effectiviteit van de verschillende noninvasieve beeldvormende technieken.

6. Ten aanzien van organisatie: 

a) De AIOS leert inzicht te krijgen in het plannen van de diverse beeldvormend onderzoeken en leert zo nodig doelmatig bij te sturen.

7. Ten aanzien van professionaliteit: 

De AIOS:

a) dient inzicht te ontwikkelen in de grenzen van de eigen competentie en blijk geven daar binnen te handelen.

b) toont adequaat persoonlijk en interpersoonlijk professioneel gedrag. 

Nucleaire beeldvorming

In de eerste 3 maanden is de AIOS 2 dagdelen aanwezig op de afdeling nucleaire geneeskunde. De AIOS is zowel betrokken bij het uitvoeren van het onderzoek, zoalshet toedienen van Regadenoson/dobutamine en de tracer, als bij het uitwerken en beoordelen van de nucleaire scans.

Cardiale MRI en CT

Eén dagdeel in de week is de AIOS aanwezig op de afdeling radiologie bij het maken, uitwerken en beoordelen van cardiale MRI en CT-scans.

Toetsinstrumenten

Wijze van toetsen:

  1. Directe beoordeling door superviserende cardioloog (KPB en OSATS).
  2. Beoordeling van gemaakte echo’s en verslagen, aangevuld met specifieke bespreking hiervan door één van de opleiders (KPB).
  3. Beoordeling door de opleiders en/of supervisor van echobeschrijvingen tijdens het ochtendrapport en de tijdens specifiek daartoe gereserveerde onderwijsmomenten (KPB).
  4. Beoordeling door de opleiders van referaten betrekking hebbend op echocardiografie (KPB).
  5. Verslagen van laboranten en patiënten aangaande het functioneren van de AIOS, gevraagd of ongevraagd uitgebracht aan de opleiders.
  6. Introductie-, voortgangs-, en eindgesprek worden gepland volgens de toetsmatrix.

Getoetst wordt op:

  1. Organisatie werkzaamheden en prioriteitstelling (KPB).
  2. Omgang met patiënt en zijn familie, de verpleegkundigen, zijn collegae en consulenten (KPB).
  3. Kennis en inzicht van de echocardiografie, en interpretatie van beelden in samenhang met ziektebeelden (KPB).
  4. Praktische vaardigheden bij vervaardigen van een TTE (OSATS)
  5. Wijze van verslaglegging (KPB).
  6. Presentaties en toelichting van echocardiogram op het ochtendrapport en tijdens de hartteambespreking (KPB).

Portfolio

In het portfolio wordt bijgehouden hoeveel patiënten met specifieke aandoeningen zijn. Tevens wordt het aantal door de AIOS vervaardigde aantal echocardiogrammen bijgehouden (na 6 maanden TTE minimaal 250 en TEE minimaal 40).    

De echocardiogrammen en/of casuïstiek die bij het ochtendrapport zelfstandig naar voren werden gebracht, worden als zodanig gemerkt. In het portfolio worden tevens de overige zelfstandig gevoerde patiëntenbesprekingen, referaten en KPB’s opgenomen. Bovendien reflecteert de AIOS in het portfolio met enige regelmaat zijn/haar eigen functioneren en competenties.

Aanbevolen literatuur

  • The ESC Textbook of Cardiovascular Medicine (3e editie). Camm, Luscher en Serruys.
  • Echocardiografie naslagwerk. Feigenbaum /Otto /Hamer&Pieper.
  • Cardiac anatomy. Anderson & Becker. Gower, Churchill & Livingstone.
  • Doppler ultrasound in cardiology: Physical principles and clinical applications. Hatle and Anderson.
  • Medische richtlijnen (NVVC, ESC, ACC).
  • Clinical Manual and Review of Transesophageal Echocardiography (2nd edition) Mathew, Swaminathan, Ayoub.