Opleiding Cardiologie Regio West

Stage verpleegafdeling

Stage Verpleegafdeling (basis)
Duur: 3 maanden
Stagecoördinator: A. Lorsheyd
Plaatsvervangend stagecoördinator: P. Jansen

Inhoud van de stage

Op de cardiologie verpleegafdeling maakt de AIOS kennis met diagnostiek, behandeling en revalidatie van de meest voorkomende cardiale ziektebeelden, vaak verwezen via de hartbewaking of Eerste Hart Hulp. Daarnaast krijgt de AIOS te maken met patiënten bij wie een electieve diagnostische of therapeutische ingreep wordt verricht. Tenslotte zal de AIOS op de verpleegafdeling veel patiënten zien met chronische multidisciplinaire aandoeningen waarvan hartfalen, coronair lijden, atriumfibrilleren, kleplijden, longembolieën, aortapathologie of infecties een belangrijk onderdeel vormt. Verder zal de AIOS verantwoordelijk zijn voor de zorg rondom patiënten welke worden overgeplaatst voor revalidatie na thorax chirurgische ingrepen of percutane interventies.

Stage opbouw

De AIOS wordt ingedeeld op een van de 4 units met maximaal 16 patiënten en loopt dagelijks grote of kleine visite met de superviserend cardioloog. Afhankelijk van ervaring en EPA niveau krijgt de AIOS meer zelfstandigheid.

EPA

Verwacht bekwaamheidsniveau (B-jaar stage 3e opleidingsjaar):

  • Bij aanvang basisstage: 2
  • Einde basisstage: 3-4
  • Einde verdiepingsstage: 4-5

Leerdoelen

Tijdens deze basis stage dient de AIOS zich te verdiepen in de pathofysiologie, de fysisch/diagnostische diagnostiek, non-invasieve en invasieve diagnostiek en behandeling van bovengenoemde ziektebeelden.

Daarnaast dient de AIOS zich een aantal vaardigheden en denkwijzen eigen te maken om te komen tot een juiste diagnose en adequaat behandel plan, te weten:

  • Adequaat afnemen van een volledige algemene en cardiovasculaire anamnese, alsmede het bepalen van het individueel cardiovasculair risicoprofiel van de patiënt;
  • Adequaat verrichten van een uitgebreid fysisch diagnostisch thorax onderzoek met speciale focus op hart en longen. Specifieke aandacht gaat uit naar de cardiopulmonale vulling toestand, de klepfunctie, de arteriële en veneuze vaattoestand, maar ook een oriënterend abdominaal onderzoek (bv. AAA);
  • Adequate evaluatie en medicamenteuze behandeling van ritme- en geleidingsstoornissen, coronair insufficiëntie en klepaandoeningen;
  • Adequaat diagnostisch en therapeutisch onderzoeksprogramma opstellen voor patiënten met hartfalen patiënten, inclusief inzet van intraveneuze medicatie en de rol van de verpleegkundig specialist;
  • Adequaat stellen van indicatie en voorbereiden van invasieve onderzoek;
  • Presentatie casus in wekelijkse hart team bespreking;
  • Adequaat stellen van indicaties voor invasieve cardiale drukmeting;
  • Beoordeling van ritme- en geleidingsstoornissen naar aanleiding van met telemetrische ritme bewaking;
  • De waarde van verschillende echocardiografische en inspannings onderzoeken bij relevante thema’s alsmede de meerwaarde van cardiale MRI en CT-scanning;
  • Principes van evidence based medicine kunnen toepassen zonder daarbij afwegingen per individuele patiënt uit het oog te verliezen;
  • Het opstellen van een secundaire preventieprogramma, inclusief medicatie en hartrevalidatie programma;
  • Farmacokinetiek en eigenschappen van de meest gebruikte cardiovasculaire medicatie;
  • Het voeren van een adequaat familiegesprek met naasten van een hartpatiënt.

Toetsinstrumenten

  1. KPB
  2. OSAT
  3. CAT
  4. Bed-side observatie door supervisor
  5. Communicatie observatie door supervisor
  6. Ontslagbrieven