Opleiding Cardiologie Regio West

Stage polikliniek (lijnstage)

Duur: 30 - 50 dagdelen / jaar
Stagecoördinator: T. Römer
Plaatsvervangend stagecoördinator: C. Kirchhof

Het vak cardiologie bestaat voor een belangrijk deel uit poliklinische zorgtrajecten. De ontwikkeling van allerlei behandelingen hebben de klinische opname duur van patiënten verkort of zijn naar gespecialiseerde poliklinieken gemigreerd en hebben de zorg steeds doelmatiger gemaakt. Daarom is het van belang dat de AIOS reeds vroeg in de opleiding kennismaakt en ervaring opdoet in het poliklinisch deel van de cardiologie en hierin wordt opgeleid. Volgens het Landelijk opleidingsplan moet de AIOS gedurende zijn/haar opleiding 100-150 dagdelen polikliniek doen, aanvankelijk onder nauwgezette supervisie, later met steeds meer eigen verantwoordelijkheid. Dit laatste aspect komt tot uiting in de het toegekende EPA niveau. Sommige AIOS hebben bij start van de cardiologe opleiding al ervaring in het doen van poliklinische spreekuren vanuit de vooropleiding Interne Geneeskunde.

Stage opbouw (AIOS poli)

AIOS zullen in principe wekelijks voor een algemene (AIOS-)poli worden ingepland. Dit zal in samenspraak met de roostermaker op een vast dagdeel plaatsvinden. Gedurende specifieke stageperiodes kan de AIOS eveneens worden ingeroosterd voor bijvoorbeeld een hartfalen-poli, een ‘imaging poli’ waarbij specifieke vraagstellingen (analyse souffle; analyse cardiale emboliebron; hartfalen; pulmonale hypertensie) middels een zelf vervaardigd trans thoracaal echo dienen te worden beantwoordt (meestal in tweede helft van de non-invasieve imaging stage) of een spoed poli met nieuwe patiënten.

De AIOS bereidt de poli sessie voor. Het spreekuur wordt voor- en nabesproken met de aangewezen polikliniek supervisor. De laatste verricht simultaan een eigen spreekuur waarin ruimte wordt gereserveerd voor genoemde voor- en nabespreking met de AIOS. AIOS spreekuren worden meestal gepland in Leiderdorp, maar kunnen ook op locatie Leiden of Alphen a/d Rijn plaatsvinden.

Aantal polisessies en praktische info

  • Gemiddeld 1 dagdeel per week (tijdens CCU en tijdens Afd stage); kan tot 2-3 dagdelen per week oplopen tijdens HF stage, imaging stage of verdiepingsstage algemene cardiologie;
  • Poli dagdelen worden gekoppeld aan supervisie volgens het cardiologen rooster;
  • Aanvankelijk worden het aantal patiënten op de poli tot 8 beperkt, na enkele weken en goed bevinden, uitbreiding naar 12. Hierbij zal de verhouding nieuwe versus controle patiënten 1:1 zijn. Bij een non-invasieve imaging echo poli gaat het om 4 patiënten met zelf vervaardigd echocardiogram;
  • Patiënten die komen als ‘nieuwe patiënt’ worden eenmalig terug gezien door de AIOS;
  • Patiënten kunnen ook worden ingepland voor controle na klinische opname;

EPA

De lijnstage polikliniek zal tijdens ieder voortgangs- of stagebeoordelingsgesprek kort aan de orde komen. Eventuele individuele leerdoelen of specifieke aanpassingen in het IOP naar aanleiding van deze tussentijdse evaluaties zullen in het portfolio gedocumenteerd worden.

Het (EPA) niveau van de AIOS ten aanzien van de poliklinische werkzaamheden zal maandelijks tijdens vakgroep vergadering door alle aanwezige leden van de opleidingsgroep worden besproken. Het EPA niveau kan desgewenst worden vastgelegd in het portfolio wanneer de AIOS hierom vraagt.

Verwacht bekwaamheidsniveau aan einde van de stage:

Streef niveau na 30-50 poli sessies tijdens het B-jaar: EPA 3
Streef niveau aan einde van verdiepingsstage algemene cardiologie (jaar 6): EPA 4-5

Leerdoelen

Na een periode van 1 jaar waarin 30-50 polidagdelen zijn doorlopen mag van de AIOS worden verwacht dat hij/zij voldoet aan de volgende stage doelstellingen:

  • Formuleert op adequate wijze de vraagstelling verwijzer;
  • Heeft een efficiënte werkwijze ontwikkeld die aansluit op de beschikbare tijd per patiënt;
  • Heeft zich bekwaamd in het op adequate en vlotte wijze uitvragen van hoofdklacht en eventuele bijzaken, en dit bij de patiënt kunnen verifieren;
  • Verricht, na formulering van de hulpvraag, een hierop gericht en adequaat lichamelijk onderzoek;
  • Identificiteert hoogrisico patiënten waarbij diagnostiek en/of behandeling met voorrang in poliklinische of klinische setting wenselijk is;
  • Interpreteert reeds door verwijzer verricht oriënterend onderzoek op kwaliteit, volledigheid en betrouwbaarheid;
  • Stelt een efficiënt en doelmatig diagnose plan op;
  • Informeert patiënt en eventuele familie/begeleiders hierover en legt uit wat de achtergrond, de belasting en de risico’s van het onderzoek zijn, alsmede de waarde en consequenties van de uitkomst;
  • Stelt een volledige differentiaal diagnose op behorend bij de hoofdklacht;
  • Is in staat om patiënt bepaalde alarmsymptomen uit te leggen;
  • Bespreekt in begrijpelijke bewoordingen de diagnostische bevindingen met patiënt;
  • Stelt behandelplan op en draagt voor zover mogelijk over aan collega of andere discipline;
  • Communiceert op professionele manier consultbevindingen aan verwijzer middels brief of telefonisch contact; hierin wordt ook het eventuele CVRM advies betrokken;
  • Delegeert op doelmatige wijze opdrachten aan poli en hartfunctie personeel;
  • Stelt adequaat en doelmatig 2de lijns controle traject voor waar diagnose en behandeling dit noodzakelijk maken
  • Betrekt mantelzorgers en netwerk rondom patiënt in behandel en/of preventieplan;
  • Betrekt familie op empathische en adequate wijze in de diagnose-/behandel- en preventieplannen rondom de patiënt.

Toetsinstrumenten

  1. Inhoudelijke overwegingen bij voorbespreking obv verwijzing van patiënt
  2. Inhoudelijke overwegingen bij nabespreking van patiënt
  3. KPB’s
  4. Supervisie van gesprek (eventueel video opname)
  5. Supervisie van LO
  6. Inhoud en structuur verslaglegging in EPD
  7. Inhoud en structuur correspondentie naar verwijzer
  8. Voortgangsgesprekken
  9. Evaluatiegesprekken na afloop van poli sessie
  10. Eventueel 360° gesprek