Opleiding Cardiologie Regio West

Toetsing van de AIOS

De opleiding tot cardioloog moet hooggekwalificeerde artsen opleveren. Om de voortgang van de AIOS te monitoren en administratief bij te houden wordt gebruikt gemaakt van een elektronisch portfolio. Met het elektronische portfolio worden de verschillende beoordelingsinstrumenten inzichtelijk gemaakt.

Zo kan worden bijgehouden of de AIOS op specifieke deelgebieden voldoende ontwikkeling heeft doorgemaakt. Voor de beoordeling van de AIOS wordt gebruikt gemaakt van het CANMeds model. Binnen dit model worden zeven competenties onderscheiden:

1. Medisch handelen
2. Communicatie
3. Samenwerking
4. Kennis
5. Wetenschap
6. Maatschappelijke handelen
7. Organisatie
8. Professionaliteit

Voor de inhoudelijke beschrijving en eindtermen van de competenties verwijzen wij naar het landelijk opleidingsplan en de bijlage.

Toetsingsmomenten en de beschikbare instrumenten

De meeste toetsingsmomenten zijn direct gerelateerd aan de dagelijkse werkzaamheden. Hierbij kan worden gedacht aan o.a. geobserveerd (poli-)klinisch patiënten contact, deelname aan de grote visite, overdracht of interpretatie van aanvullend onderzoek.

Daarnaast zijn er toetsingsmomenten die los staan van de directe klinische werkzaamheden. Bijvoorbeeld het beoordelen van een persoonlijk opleidingsplan, superviseren van studenten, het krijgen en geven van 360 graden feedback en een regionaal, landelijk of Europees examen. Per competentie kunnen verschillende toetsinstrumenten gebruikt worden.

Persoonlijk opleidingsplan

De AIOS stelt bij aanvang van elke nieuwe stage (met een minimum van twee keer per jaar) een persoonlijk opleidingsplan op. Dit persoonlijk opleidingsplan beschrijft de korte en lange termijn leerdoelen en hoe deze vanuit de optiek van de AIOS bereikt kunnen worden. Daarnaast worden de gestelde doelen en lacunes vanuit het vorige opleidingsplan en/of stagegesprek besproken. Het persoonlijk opleidingsplan is een dynamisch groeidocument waarbij de AIOS tevens inzicht kan geven in welke mate hij/zij in staat is het eigen handelen te beoordelen en haalbare doelen te stellen.

Korte Praktijk Beoordeling (KPB)

De KPB is een instrument om gestructureerde feedback te geven op een themakaart-specifiek onderwerp. Door het Centraal College Medische Specialisten is vastgelegd dat minimaal tien keer per jaar een KPB wordt verricht, de meerderheid vindt in de praktijk plaats in de setting van een (poli)klinisch consult. Tijdens de KPB zal een supervisor aan de AIOS gestructureerde feedback geven op de eerder genoemde competenties (met een maximum van drie competenties per KPB).

Objective Structured Assessment of Technical Skills (OSATS)

Dit toetsmoment wordt toegepast om de technische vaardigheden te kunnen beoordelen. Dit geldt bijvoorbeeld bij een diagnostische hartcatherisatie, het inbrengen van centrale arteriële of veneuze lijnen, het implanteren van een pacemaker of het vervaardigen van een transthoracaal of transoesofageaal echocardiogram.

Objective Structured Clinical Evaluation (OSCE)

Dit toetsmoment wordt toegepast om te beoordelen of kennis op een specifiek onderwerp op niveau is. Dit kan worden getoetst tijdens een overdrachtmoment, het bespreken van een consult of bij de grote visite.

Critical Appraisal of a Topic (CAT)

Gedurende de werkzaamheden zijn er vele klinische problemen waar niet een eenduidig antwoord voorhanden is en wat niet beantwoord wordt in de beschikbare richtlijnen. Dit kan aanleiding zijn voor een zoekvraag gevolgd door een literatuuronderzoek. Met het literatuuronderzoek kan een conclusie op basis van Evidence Based Medicine worden geformuleerd.

De resultaten van het onderzoek worden gepresenteerd in de vorm van een referaat of een korte beschouwing. In sommige gevallen kan het leiden tot aanpassing van de bestaande protocollen. Een CAT wordt minstens 1x per jaar door elke AIOS verricht.

Referaat

Een referaat is een mondelinge voordracht over een specifiek onderwerp of artikel dat gepubliceerd is in een erkend wetenschappelijk tijdschrift.

Reflectie

Feedback op een kritische gebeurtenis of een incident kan gegeven worden via het invullen van een reflectie. Indien zich een complicatie voordoet waarbij de AIOS betrokken was, een klacht van een patiënt, een gebeurtenis die de AIOS als een belangrijk leermoment heeft ervaren of een gebeurtenis waarvan de AIOS ‘wakker ligt’ is het belangrijk dat de AIOS en/of de supervisor een gesprek initieert om dit te bespreken.

Hierbij kunnen vragen worden gesteld als: “wat gebeurde er?” “wat waren je gedachten erbij?” “wat deed je?” ''wat voelde je bij de gebeurtenis?” ''wat heb je ervan geleerd?” en “hoe zou je de situatie de volgende keer benaderen?”. Het is onvermijdelijk dat er zich tijdens de opleiding incidenten voordoen waarbij een AIOS betrokken is en het is belangrijk om dit te erkennen en te benoemen om te kunnen leren van de incidenten, ook op persoonlijk vlak.

360 graden feedback

In de regio Zuid-West wordt veel waarde gehecht aan de 360 graden feedback en is het de bedoeling om deze in de toekomt voor elke AIOS uit te zetten. Een 360 graden feedback houdt in dat verschillende personen waarmee de AIOS in aanraking komt gedurende zijn werkzaamheden een visie kunnen geven op het functioneren, de goede en minder ontwikkelde kanten van een AIOS. Het doel hiervan is het ontmaskeren van blinde vlekken ten aanzien van het eigen functioneren. De resultaten worden besproken met de toegewezen mentor.

Procedure van de klinische toetsingsinstrumenten

De AIOS en de opleiders kunnen beiden een KPB, OSATS of OSCE initiëren. Het is belangrijk dat gezocht wordt naar momenten waarbij beoordeling op de gestelde leerdoelen aan de orde komt. Bij de beoordeling wordt aangegeven binnen welke context de beoordeling wordt gegeven. Er worden maximaal drie competenties uitgekozen om te bespreken.

Tijdens het feedbackgesprek worden de gebruikelijke uitgangspunten van het geven van feedback gehanteerd door zowel de AIOS als de beoordelaar: De AIOS wordt uitgenodigd om zijn/haar mening te geven. Werk volgens het principe: “wat gaat goed en wat kan beter”. De beoordelaar maakt een bewuste keuze wat wel en wat niet te bespreken. Er worden maximaal twee verbeterpunten per competentie benoemd.

Bij de beoordeling wordt rekening gehouden met de fase van de opleiding en het reeds behaalde competentieniveau. Adviezen zijn bondig en concreet. Reflecteer bewust over de emotionele en/of cognitieve aspecten die zich tijdens de activiteit voordoen en/of tijdens het gesprek hierover. De beoordelaar
vraagt andersom ook feedback aan de AIOS over de manier van toetsing en de gegeven feedback.

Portfolio

Het portfolio bevat alle documenten die voor de opleiding van belang zijn. Het doel van het portfolio is het structureren van de toetsmodaliteiten om overzichtelijk weer te geven wat de voortgang is van de AIOS. De AIOS is verantwoordelijk voor de inhoud en het actualiseren van het portfolio. Het is een groeiend document. In principe gebruiken alle AIOS cardiologie in Nederland het elektronische portfolio genaamd VREST. Het portfolio dient als basis voor de voortgangsgesprekken. De beoordeling van het portfolio wordt door de opleider en de opleidingsgroep verricht.

Voortgangsgesprekken

De beoordeling vindt plaats volgens de landelijke richtlijnen waarin toetsing en beoordeling in de medisch specialistische opleiding. In het derde opleidingsjaar heeft de AIOS 4 algemene voortgangsgesprekken en in het vierde, vijfde en zesde jaar tenminste 1 keer per jaar. Tijdens de gehele opleiding vindt aan het einde van elk opleidingsjaar een geschiktheidsbeoordeling plaats. Naast de algemene voortgangsgesprekken heeft de AIOS aan het begin, halverwege en aan het einde van elke specifieke stage een gesprek met de verantwoordelijke van de betreffende stage, de zogenaamde stagehouder.

Hierbij worden bij aanvang de leerdoelen besproken, hoe deze doelen behaald kunnen worden en hoe getoetst gaat worden of ze daadwerkelijk behaald zijn. De leerdoelen worden geformuleerd in het individuele opleidingsplan.

Entrustable Professional Activities (EPAS)

De AIOS wordt tijdens de voortgangsgesprekken, zowel de jaarlijkse als de stage-gebonden voortgangsgesprekken,
beoordeeld op de voortgang van de competenties. Medisch inhoudelijke competenties kunnen gedurende de opleiding in toenemende mate aan de AIOS worden toevertrouwd. Om dit te formaliseren is een formulier ontwikkeld waarbij het supervisieniveau per onderdeel wordt vastgesteld en getekend.

Zo kan een AIOS geleidelijk groeien van een situatie met directe supervisie tot supervisie aan anderen voor de verschillende onderdelen. Daarmee wordt de zelfstandigheid van de AIOS gestimuleerd. Deze EPA’s zullen worden ondersteund door de gehele opleidingsgroep en worden getekend door de opleider als eindverantwoordelijke. De EPA’s worden ingebouwd binnen het elektronische portfolio en daarmee inzichtelijk gemaakt voor de opleidingsgroep.

In het landelijk opleidingsplan zijn momenteel de volgende 5 EPA’s gedefinieerd.

  • Poliklinisch werken
  • Verpleegafdeling cardiologie
  • Intercollegiale consultvoering
  • Diensten
  • Eerste hart hulp / Cardiac care unit